Spoedinvordering en de verrassingsaanval, snel dwangsommen invorderen doe je zo!

De overheid heeft goede instrumenten van de wetgever gekregen om snel en effectief dwangsommen in te vorderen. De Afdeling heeft die instrumenten in haar rechtspraak bovendien zo geslepen, dat een overheid met een goede kennis van het invorderingsrecht, een zeer geduchte schuldeiser is. In dit blog sta ik stil bij de invordering door de overheid op het scherpst van de snede.

Hoe werkt invorderen ook al weer?

Als de overtreder een dwangsom verschuldigd is en die niet vrijwillig betaalt, dan moet de overheid stappen ondernemen om de dwangsom af te dwingen. De invordering kent een vast verloop. Eerst moet er een invorderingsbeschikking worden genomen. Vervolgens moet de overtreder worden gewaarschuwd dat als hij niet betaald, hij een dwangbevel kan verwachten (de aanmaning). Tot slot volgt het uitvaardigen van een dwangbevel en het leggen van executoriaal beslag.

Bij de invordering gelden wettelijke termijn die in beginsel in acht moeten worden genomen. De aanmaning kan pas worden verzonden als er een invorderingsbeschikking is genomen en niet binnen de betalingstermijn van zes weken is betaald (artikel 4:112 Awb). In de aanmaning moet verder een termijn van twee weken worden gegeven om alsnog te betalen. Verder moet bij het dwangbevel het betalingsbevel worden gegeven: een termijn van twee dagen (artikel 439 Rv). Vervolgens kan daadwerkelijk beslag worden gelegd. In de praktijk duurt dit hele proces al gauw drie à vier maanden.

Hoe versnel je het proces?

De invordering van dwangsommen kan echter sneller. Bij een goede planning is de minimale duur van de invordering op het eerste gezicht slechts acht weken en twee dagen. Het kan echter nog sneller. De Afdeling heeft namelijk geoordeeld dat de aanmaning ook een kortere termijn kan bevatten (ECLI:NL:RVS:2014:3603): acht dagen is ook voldoende. Gelet op die uitspraak is het mogelijk om als overheid al zeven weken en drie dagen nadat een dwangsom is verbeurd de dwangsom binnen te hebben.

De verrassingsaanval

Van drie à vier maanden, naar zeven weken en drie dagen, is al behoorlijke winst. Het is echter ook mogelijk om een week en drie dagen nadat de overtreder bekend is met de schuld, al executoriaal beslag te leggen. Dit noem ik de verrassingsaanval.

De Afdeling heeft onlangs geoordeeld dat het mogelijk is om de aanmaning en de invorderingsbeschikking gelijktijdig te nemen. Het is dus niet nodig om de overtreder alsnog een termijn te geven om te betalen in de invorderingsbeschikking (ECLI:NL:RVS:2017:1068) – een wijdverbreid misverstand bij overheden.

Dit oordeel maakt een verrassingsaanval mogelijk. Een dwangsom verbeurt van rechtswege. Op dat moment begint er een betalingstermijn van zes weken te lopen. Een overtreder heeft meestal niet door dat die betalingstermijn loopt. De overheid wel. Omdat het niet vereist is dat de overheid de overtreder laat weten dat die termijn (af)loopt, terwijl het verder ook niet vereist is om in de invorderingsbeschikking een (nieuwe) betalingstermijn te geven voordat er wordt aangemaand, is het volgende scenario denkbaar.

Een overtreder verbeurt een dwangsom. De overheid laat de betalingstermijn verstrijken zonder de overtreder te informeren over die betalingstermijn. Zes weken na de verbeurte ploft er een invorderingsbeschikking op de mat bij de overtreder, met daarbij ook een aanmaning waarin hij nog acht dagen de tijd krijgt om te betalen. Acht dagen daarna wordt het dwangbevel en het betalingsbevel betekend. Twee dagen daarna ligt er beslag op de bankrekening van de overtreder. Binnen een week en drie dagen heeft de overheid de dwangsom binnen.

Het is zelfs nog mogelijk om direct zeker te stellen dat de dwangsom kan worden verhaald. Vanaf het moment dat de invorderingsbeschikking is genomen is er al conservatoir beslag mogelijk. De overheid kan dus tegelijkertijd met de bekendmaking van de invorderingsbeschikking en de aanmaning al conservatoir beslag leggen, De overtreder heeft dan geen enkele kans om vermogen te verduisteren. Dat is pas slagvaardige handhaving!

De zorgvuldige overheid

Tot slot een waarschuwing. Het inzetten van de verrassingsaanval is een zwaar middel. Men kan zich afvragen of het echt redelijk is dat een week en drie dagen nadat een schuldenaar bekend raakt met de schuld, op zijn kosten is aangemaand, een dwangbevel is betekend en executoriaal beslag is gelegd op zijn bankrekening. Het direct leggen van conservatoir beslag is ook een paardenmiddel.

Ik zou dus niet aanbevelen om dit middel in standaarddossiers in te zetten. Het is (te zeer) burgeronvriendelijk. Er zijn echter dossiers die zich hier wel voor lenen. Malafide milieuovertreders die doende zijn hun vermogen weg te sluizen bijvoorbeeld. In dat soort gevallen is het voor handhavers goed om te weten dat dit middel bestaat.

Over de auteur

Thomas Sanders is advocaat bij AKD advocaten te Breda en Eindhoven. Daarnaast promoveert hij aan de Universiteit Leiden op het gebied van het handhavingsrecht en het invorderingsrecht. Zijn praktijk richt zich op het bijstaan van overheden en bedrijven in (omgevingsrechtelijke) handhavingsgeschillen en de handhaving van de openbare orde. Vragen? Neem contact op via tsanders@akd.nl of LinkedIn.