Artikel 5:33 Awb

Print deze pagina
  • laatste geupdate 09-03-2020

Een verbeurde dwangsom wordt betaald binnen zes weken nadat zij van rechtswege is verbeurd.

Voor de verbeurte van een dwangsom is niet nodig dat het bestuursorgaan een aanvullende handeling verricht. Wordt de last niet (tijdig) opgevolgd dan verbeurt direct na het verstrijken van de begunstingstermijn van rechtswege een dwangsom.

1. Verbeurte van rechtswege

De verbeurte van rechtswege is voornamelijk van belang in het kader van het bepalen van de aanvang van de verjaringstermijn. Vanaf het moment van verbeurte loopt die verjaringstermijn namelijk (zie artikel 5:35 Awb). De verbeurte van rechtswege betekent ook dat de geldschuld niet pas ontstaat op het moment dat de invorderingsbeschikking ex artikel 5:37 Awb wordt genomen. De Afdeling vat het als volgt samen (ABRvS 19 april 2017, AB 2017/280, m.nt. T.N. Sanders):

“4.2. De verbeurte van een dwangsom wegens het niet naleven van een last onder dwangsom en de verplichting een verbeurde dwangsom te betalen, volgen rechtstreeks uit de Awb. In artikel 5:33 van de Awb is bepaald dat een verbeurde dwangsom wordt betaald binnen zes weken nadat zij van rechtswege is verbeurd. Een schuldenaar die een verbeurde dwangsom niet of niet volledig binnen de in artikel 5:33 genoemde termijn betaalt, is op grond van artikel 4:97 in verzuim. Een bestuursorgaan kan een schuldenaar die in verzuim is na het nemen van een invorderingsbeschikking op grond van artikel 4:112, eerste lid, aanmanen om binnen twee weken alsnog te betalen. Een invorderingsbeschikking als bedoeld in artikel 5:37 is vereist indien het bestuursorgaan een verbeurde dwangsom met toepassing van invorderingsmaatregelen als bedoeld in afdeling 4.4.4 van de Awb wil invorderen, maar doet niet een betalingsverplichting ontstaan.”

2. Jurisprudentie

ABRvS:

ABRvS 19 april 2017, AB 2017/280, m.nt. T.N. Sanders

3. Literatuur

F.C.M.A. Michiels, A.B. Blomberg en G.T.J.M. Jurgens, Handhavingsrecht, (Deventer, 2016)

T.N. Sanders, De invordering van (herstel)sancties bij dwangbevel, (diss. Leiden 2018), (Den Haag, 2018).

P.J.J. van Buuren, G.T.J.M. Jurgens en F.C.M.A. Michiels, ‘Bestuursdwang en dwangsom’, (Deventer, 2014).


Over de auteur

Thomas Sanders is advocaat bij AKD. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden op het gebied van het handhavingsrecht en het invorderingsrecht. Zijn praktijk richt zich op het bijstaan van overheden en bedrijven in (vaak omgevingsrechtelijke) handhavingsgeschillen en de handhaving van de openbare orde.

Vragen? Neem contact op via tsanders@akd.nl of LinkedIN.



Print deze pagina