Tijdelijke wet Covid-19 treedt in werking
Op 24 april is de Tijdelijke wet Covid-19 (ook wel: de Corona spoedwet) in werking getreden (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2020-126.html). Voor handhavingsjuristen is daarbij artikel 34 van belang. Dat artikel luidt:
Indien de voorzitter van een veiligheidsregio op grond van artikel 39, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s toepassing heeft gegeven aan de onder b van dat artikellid genoemde artikelen uit de Gemeentewet, is hij tevens bevoegd toepassing te geven aan artikel 125 van de Gemeentewet voor zover de last dient tot handhaving van regels die hij in verband met die toepassing uitvoert.
Aan de inwerkingtreding van dit artikel is geen terugwerkende kracht verleend. Dit betekent dat een eventueel bevoegdheidsgebrek in een last onder dwangsom opgelegd door (of in mandaat van) de voorzitter van de Veiligheidsregio (nog niet) is gerepareerd. Daarmee is de discussie beslecht of de voorzitter nu wel of niet bevoegd is om te handhaven (zie daarvoor mijn eerder blog:
Over de auteur
Thomas Sanders is advocaat bij AKD. Hij is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden op het gebied van het handhavingsrecht en het invorderingsrecht. Zijn praktijk richt zich op het bijstaan van overheden en bedrijven in (vaak omgevingsrechtelijke) handhavingsgeschillen en de handhaving van de openbare orde. Via www.handhavingsrecht.nl kan je al zijn publicaties raadplegen en je inschrijven voor de nieuwsbrief.
Vragen? Neem contact op via tsanders@akd.nl of LinkedIN.