Vzr. ABRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1425 – LoD onvoldoende rechtszeker: eerdere LoD met andere last niet herroepen waardoor lasten elkaar tegenspreken.
Rechtszekerheidsbeginsel
7. [verzoeker] betoogt dat de last voor hem niet duidelijk is en daardoor in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. Het is voor [verzoeker] allereerst niet duidelijk over welke locatie de last gaat. [verzoeker] stelt dat alleen een last kan worden opgelegd voor het perceel dat in zijn eigendom is, namelijk het perceel D2795, dat is ontstaan uit het perceel D2741. Volgens [verzoeker] gaat de beschikking van 30 augustus 2001 over het perceel D2741, dat gedeeltelijk in zijn eigendom is, en het perceel D2742, dat in eigendom van een derde is. Hij wijst daarbij op artikel 55b van de Wbb waarin staat dat de eigenaar van een bedrijfsterrein waar een geval van ernstige verontreiniging is ontstaan als normadressaat geldt. Omdat hij geen eigenaar is van het perceel D2742, kan de last onder dwangsom volgens hem in zoverre niet aan hem opgelegd worden. Daarnaast stelt [verzoeker] dat het college niet concreet heeft gemaakt op welke wijze hij aan de last kan voldoen. Hierbij wijst hij erop dat het college in het besluit van 14 februari 2023 stelt dat hij de vrijheid heeft om zelf invulling te geven aan de verplichting op grond van artikel 55b van de Wbb.
7.1. De Afdeling heeft eerder overwogen dat het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat een last zo duidelijk en concreet geformuleerd wordt dat degene tot wie de last is gericht niet in het duister hoeft te tasten over wat gedaan of nagelaten moet worden om de overtreding te beëindigen. De voorzieningenrechter verwijst bij wijze van voorbeeld naar de uitspraken van 22 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2795, en 22 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:169.
7.2. In het besluit van 16 februari 2022 staat deze (grondslag en) omschrijving van de last: “[…]. Doordat sprake is van een overtreding van artikel 55b van de Wet bodembescherming leggen wij u voor de locatie Industrieweg 9 te Bladel, kadastraal aangeduid “gemeente Bladel, sectie D, nummer 2795″ een last onder dwangsom op. […]. U moet de overtreding van artikel 55b van de Wet bodembescherming beëindigen en beëindigd houden door de vastgestelde bodemverontreiniging op de locatie te saneren. […].”
In het besluit van 14 februari 2023 staat: “Bezwaarmaker heeft in het kader van het voldoen aan de gewijzigde last van 14 februari 2022 de keuze uit twee opties:
– Saneren op basis van het huidige gefaseerde saneringsplan van 30 mei 2001. Om de afronding van fase 1 van dit saneringsplan te kunnen laten beoordelen kan bezwaarmaker de ontbrekende resultaten van de twee grondwatermonitoringen en de eindevaluatie van de grondsanering overleggen.
– Saneren op basis van een nieuw en goedgekeurd saneringsplan. In de last hebben wij bezwaarmaker niet opgelegd hoé hij moet saneren. Hij heeft de vrijheid om zelf invulling te geven aan de verplichting op grond van artikel 55b van de Wbb. Wij hebben bezwaarmaker wel geattendeerd op het feit dat ons vermoeden bestaat dat de verontreiniging dankzij het langdurig stilliggen van de sanering inmiddels groter [is] dan waar het saneringsplan van 2001 op gebaseerd is. […]. Gelet op het feit dat de sanering vanaf 2010 niet is voortgezet, ligt het voor de hand te saneren op basis van een (nieuw) volledig en goedgekeurd saneringsplan (waaraan een nader onderzoek ten grondslag ligt).”
7.3. In het besluit van 14 februari 2023 heeft het college zich dus op het standpunt gesteld dat, gelet op het feit dat de sanering vanaf 2010 niet is voortgezet, het voor de hand ligt te saneren op basis van een (nieuw) volledig en goedgekeurd saneringsplan, waaraan een nader onderzoek ten grondslag ligt. Maar in de beslissing van het besluit van 14 februari 2023 staat niet dat het besluit van 16 februari 2022 op dit punt wordt herroepen. Die twee “lasten” bestaan dus naast elkaar. Er bestaat hierdoor een verschil tussen het besluit van 16 februari 2022 en het besluit van 14 februari 2023. Onvoldoende duidelijk is hoe ver [verzoeker]’ saneringsplicht strekt. Gelet daarop is het voor [verzoeker] niet duidelijk wat hij moet doen om aan “de” last te voldoen, zodat het college de last onvoldoende duidelijk heeft omschreven.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:1425