Vzr. ABRvS 6 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1375 – handhaving padelbanen. Vzr schorst Rb. DH uitspraak dat van berekende geluidsniveau en niet van feitelijk geluid moet worden uitgegaan Vzr. ziet “reden om te twijfelen aan de juistheid van de aangevallen uitspraak” = schorsing.

Beoordeling van het verzoek

5.       Het college verzoekt om schorsing van de aangevallen uitspraak, omdat het zich op het standpunt stelt dat deze uitspraak verplicht tot het opleggen van een last onder dwangsom aan het tennispark. Het college is echter van mening dat het daartoe niet bevoegd is. Gelet op de inhoud van de uitspraak, de bedoeling die de rechtbank met de uitspraak lijkt te hebben gehad, de rekenmethode van de Stab die de rechtbank heeft overgenomen en de aan de uitspraak ontleende verwachtingen van de verzoekers om handhavend op te treden, ziet het college geen ruimte om de uitspraak zo te interpreteren dat het handhavingsverzoek over het aspect geluid, voor zover dat verder strekt dan het geven van een waarschuwing, als bedoeld in het gevoerde handhavingsbeleid, kan worden afgewezen, zonder daarmee in strijd met de uitspraak van de rechtbank te handelen.

5.1.    De voorzieningenrechter begrijpt de uitspraak van de rechtbank zo dat het college wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen en dat het daarbij moet uitgaan van het door de Stab berekende geluidsniveau en niet van feitelijke geluidsmetingen. De voorzieningenrechter is er op voorhand niet van overtuigd dat een handhavingsbesluit kan worden gebaseerd op een berekend geluidsniveau in plaats van op een feitelijk ter plaatse gemeten geluidsniveau, en ziet daarin reden om te twijfelen aan de juistheid van de aangevallen uitspraak. De voorzieningenrechter zal daarom de uitspraak van de rechtbank schorsen op een wijze als in het dictum van deze uitspraak is aangegeven en een voorziening treffen die ertoe strekt dat het college een nieuw besluit neemt, op grond van een nieuw uit te voeren meting bij de woning van [wederpartij] van het geluid afkomstig van het tennispark en de daarvan deel uitmakende padelbanen. Zoals op de zitting ook aan de orde is geweest, moet die meting worden uitgevoerd met in achtneming van de Handleiding meten en rekening industrielawaai 1999 en moet die meting plaatsvinden op zodanige momenten en bij een zodanig gebruik van ook de padelbanen dat het geluid bij de woning van [wederpartij] in verband met een voor het tennispark representatief te achten bedrijfssituatie wordt gemeten. Voordat de meting wordt uitgevoerd, moet [wederpartij] in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren. Bij het te nemen nieuwe besluit moet het college ook acht slaan op een impulstoeslag en eventuele correcties, zoals de bedrijfsduurcorrectie, en wat de Stab verder in dat verband in haar deskundigenverslag heeft opgemerkt. Nadat de meting heeft plaatsgevonden moet het college [wederpartij] in de gelegenheid stellen om op de resultaten ervan, inclusief de terzake toegepaste toeslagen en correcties, te reageren. Vervolgens moet het college een nieuw besluit nemen.

Als ten tijde van het nieuw te nemen besluit het aan het tennispark vergunde geluidsscherm van 3 m hoog is geplaatst, dan moet daarmee worden rekening gehouden. Datzelfde geldt voor eventueel aangepaste openingstijden van de padelbanen. Het college dient het nieuwe besluit uiterlijk binnen 3 maanden na bekendmaking van deze uitspraak te nemen.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:1375