6. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het college van handhavend optreden tegen de bouwwerken af had moeten zien. Volgens [appellant] komt aan hem een geslaagd beroep op het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel toe. Voort is handhavend optreden onevenredig, omdat daarmee geen belang gediend wordt.
6.1. [appellant] heeft ter onderbouwing van zijn betoog onder meer verwezen naar de brieven gericht aan zijn rechtsvoorganger van 10 februari 2004, 6 mei 2004 en 7 mei 2004 van de Commandant Brandweer, namens hem ondertekend door het Hoofd Preventie Brandweer Beverwijk, alsmede naar twee brieven van de [beleidsadviseur en handhavingsregisseur van de afdeling Ruimte], team Vergunningen, van de gemeente, van 29 december 2015 en 4 februari 2016. In deze brieven komt de bewoning van de bouwwerken ter sprake. Vast staat dan ook dat de gemeente in ieder geval sinds 2004 op de hoogte was van de bewoning van de bouwwerken en daarover sinds die tijd gecorrespondeerd heeft met [appellant] en zijn rechtsvoorganger, daargelaten de achtergrond van de brieven. Dit is ter zitting ook door het college erkend. Verder staat vast dat niet eerder handhavend is opgetreden tegen de bewoning van de bouwwerken. Ter zitting is voorts vast komen te staan dat woningzoekenden door het sociaal team van de gemeente zijn verwezen naar deze woningen en dat voor de huur van de woningen huursubsidie is aangevraagd en ontvangen. Verder is niet gebleken van klachten van omwonenden of andere derden met betrekking tot de bewoning van de bouwwerken. Het college heeft ter onderbouwing van zijn besluit om handhavend op te treden verwezen naar het algemeen belang dat is gediend met handhaving bij overtreding van een wettelijk voorschrift. Het college heeft niet gemotiveerd dat er andere belangen in het geding waren die het heeft betrokken bij zijn handhavingsbesluit. Tegenover het algemeen belang van het college om handhavend op te treden tegen overtredingen staan de nadelige gevolgen voor [appellant] en de bewoners van de bijgebouwen als zij de bewoning ervan moeten beëindigen, doordat deze in de oorspronkelijke staat moeten worden teruggebracht, respectievelijk moeten worden verwijderd.
Hoewel het algemeen belang dat tegen overtredingen handhavend wordt opgetreden zeer zwaarwegend is, is de Afdeling van oordeel dat in dit concrete geval, gelet op de hiervoor weergegeven bijzondere omstandigheden en belangen, handhavend optreden met betrekking tot de bijgebouwen onevenredig is in verhouding tot het met handhaving beoogde doel en dat daarom in dit geval daarvan dient te worden afgezien. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
Hetgeen [appellant] voor het overige heeft aangevoerd met betrekking tot het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel behoeft, gelet op het voorgaande, geen bespreking meer.
Het betoog slaagt.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@131498/202005784-1-r1/
Leave a Reply