ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1529 – rechtbank breidt ten onrechte handhavingsverzoek uit met wat er ter zitting wordt besproken met verzoeker. Afdeling vernietigt wegens strijd met 8:69 Awb.

Print deze pagina

Zijn de activiteiten rond het motorcrossen in overeenstemming met het bestemmingsplan?

3.       [appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het repareren, prepareren en testen van crossmotoren in overeenstemming is met de bestemming “Wonen”. [appellant A] en [appellant B] voeren hiertoe aan dat de rechtbank ten onrechte aansluiting heeft gezocht bij de uitspraak van de Afdeling van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:418.

3.1.    De Afdeling zal ambtshalve beoordelen of de rechtbank buiten de omvang van het geding is getreden. De Afdeling overweegt dat de reikwijdte van een handhavingsverzoek na het primaire besluit niet meer kan worden uitgebreid (vgl. bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 7 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:712). De inhoud van het verzoek is bepalend voor de omvang van het geding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de activiteiten waarop het handhavingsverzoek zag zijn beëindigd, en dat de waarschuwingsbrief effect heeft gehad. Dit is in hoger beroep niet bestreden: op de zitting hebben [appellant A] en [appellant B] bevestigd dat het motorcrossen op het perceel en de Oosterholtsweg na de waarschuwingsbrief was gestopt.

Bij de rechtbank is vervolgens door [appellant A] en [appellant B] om een oordeel gevraagd over andere activiteiten die nog wel plaatsvinden op het perceel, zoals het poetsen, testen en repareren van de crossmotoren. Of deze activiteiten in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan valt naar het oordeel van de Afdeling echter buiten het omvang van het geding. Zoals hierboven overwogen bepaalt het handhavingsverzoek de omvang van het geding. Daarin ging het nog over de activiteit motorcrossen, namelijk het gebruiken van het perceel en de Oosterholtsweg als crossbaan. De activiteiten waar het in de beroepsfase bij de rechtbank over ging zijn niet genoemd in het handhavingsverzoek, en het college had hier nog geen oordeel over gegeven. Deze activiteiten vallen daarom buiten de omvang van het geding en de rechtbank had hier geen oordeel over mogen geven. Artikel 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt weliswaar dat uitspraak wordt gedaan op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting, maar hierbij is het uitgangspunt dat dit alles moet blijven binnen de grenzen van het besluit dat aan de bestuursrechter is voorgelegd (vgl. bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 12 mei 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1939, onder 4.1).

De rechtbank is in strijd met artikel 8:69, eerste lid, van de Awb buiten de omvang van het geding getreden, de rechtbank had de beroepsgrond dat overige activiteiten rond het motorcrossen op het perceel in strijd zijn met de bestemming “Wonen” buiten beschouwing moeten laten. Omdat deze hogerberoepsgrond op hetzelfde betrekking heeft zal de Afdeling deze hogerberoepsgrond buiten beschouwing laten.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:1529

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *