Beoordeling hoger beroep
– de lasten onder dwangsom: overtreden ventverbod
6. Op de zitting van de Afdeling heeft de gemachtigde van Deliverbro’s toegelicht dat de waarnemingen in de processen-verbaal en rapporten van bevindingen die ten grondslag liggen aan de lasten onder dwangsom niet worden betwist. Wel wordt de kwalificatie die het college, en in navolging daarvan de rechtbank, aan deze waarnemingen heeft gegeven betwist.
6.1. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat het college de waarnemingen in de processen-verbaal en rapporten van bevindingen ten aanzien van de handelwijze van Deliverbro’s terecht heeft aangemerkt als venten. Met de rechtbank acht de Afdeling van belang dat uit de processen-verbaal blijkt dat de verkopers van Deliverbro’s telkens op straat zijn aangetroffen met gasflessen, dat zij de lachgasballonnen ter plekke klaar maakten, dat zij mensen op straat aanspraken om lachgasproducten te kopen en dat contant of per pin werd betaald. Verder blijkt uit de processen-verbaal dat de verkopers van Deliverbro’s zich urenlang ophielden op vaste locaties. Ook zijn medewerkers gespot met bakfietsen waarin de lachgascilinders en ballonnen werden vervoerd en opgeslagen en waarbij de bakfietsen waren voorzien met de tekst “ufogas.nl, pinnen ja graag, [06-nummer], betaal hier ook”. De verwijzing van Deliverbro’s naar het arrest van het gerechtshof Amsterdam kan haar niet baten. De waarnemingen die zijn beoordeeld in dit arrest zien op een andere tijdsperiode, op andere gebeurtenissen en hebben alleen betrekking op [gemachtigde] en niet op andere verkopers van Deliverbro’s. Omdat de waarnemingen in de processen-verbaal en rapporten van bevindingen niet worden betwist, ziet de Afdeling geen aanleiding getuigen op te roepen.
Aangezien Deliverbro’s niet beschikte over een vergunning om te venten, is de rechtbank terecht het college gevolgd in zijn standpunt dat Deliverbro’s het ventverbod heeft overtreden en dat het college hiervoor terecht lasten onder dwangsom heeft opgelegd.
Het betoog van Deliverbro’s slaagt niet.
– de lasten onder dwangsom: hinder
7. In de toelichting op artikel 5.5, eerste lid, van de APV is onder meer vermeld dat deze bepaling gedragingen verbiedt die leiden tot vormen van hinder waarin niet wordt voorzien door andere regelingen.
Deliverbro’s betoogt dat dit artikel niet van toepassing is, omdat een gasfles niet kan worden aangemerkt als een toestel, geluidsapparaat of machine. Dit betoog slaagt niet, nu het uitgaat van een onjuiste reikwijdte van dit artikel. Artikel 5.5, eerste lid, van de APV ziet niet alleen op toestellen, geluidsapparaten of machines, maar ook op het anderszins verrichten van handelingen die hinder veroorzaken. Voor zover een gasfles niet als toestel, geluidsapparaat of machine zou kunnen worden aangemerkt, valt het gebruik van een gasfles in de restcategorie.
Omdat uit de processen-verbaal en rapporten van bevindingen blijkt dat hinder is waargenomen, is de rechtbank terecht het college gevolgd in zijn standpunt dat Deliverbro’s artikel 5.5, eerste lid, van de APV heeft overtreden en dat het college hiervoor terecht lasten onder dwangsom heeft opgelegd.
Het betoog van Deliverbro’s slaagt niet.
[…]
– draagkracht
10. Zoals de Afdeling onder meer in haar uitspraak van 15 februari 2023, 202102657/1/R2, heeft overwogen hoeft het bestuursorgaan bij een besluit omtrent invordering van een dwangsom in beginsel geen rekening te houden met de financiële draagkracht van de overtreder. De draagkracht van de overtreder kan immers in de regel pas in de executiefase ten volle worden gewogen en, indien hierover een geschil ontstaat, is de rechter die belast is met de beslechting daarvan bij uitstek in de positie hierover een oordeel te geven. Voor een uitzondering op dit beginsel bestaat slechts aanleiding, indien evident is dat de overtreder gezien zijn financiële draagkracht niet in staat zal zijn de verbeurde dwangsommen (volledig) te betalen. Op de overtreder rust de last aannemelijk te maken dat dit het geval is. Hij dient daartoe zodanige informatie te verstrekken dat een betrouwbaar en volledig inzicht wordt verkregen in zijn financiële situatie en de gevolgen die het betalen van de verbeurde dwangsommen zou hebben.
10.1. Deliverbro’s heeft op geen enkele wijze inzicht gegeven in haar financiële situatie. Het college hoefde bij de invorderingsbesluiten dan ook geen rekening te houden met de financiële draagkracht van Deliverbro’s.
De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen.
Het betoog van Deliverbro’s slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:1653
Leave a Reply