CBb 18 juli 2023, ECLI:NL:CBB:2023:364 – eendaadse samenloop oordeel rechtbank in eerste aanleg, bij andere overtredingen geen eendaadse samenloop of voortgezette handeling.

Print deze pagina

6.6

Het betoog van [naam 1] over eendaadse samenloop of een voortgezette handeling slaagt ook in hoger beroep niet. Van eendaadse samenloop of een voortgezette handeling is voor de overtredingen waar het in hoger beroep nog om gaat geen sprake. Het College verwijst naar de overwegingen van de rechtbank hierover onder 9.3 van de aangevallen uitspraak en maakt deze tot de zijne.

Oordeel rechtbank:

8.3.

Voor de vraag of sprake is van samenloop of voortgezette handeling moet volgens vaste rechtspraak van het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBb) aansluiting worden gezocht bij de rechtspraak van de Hoge Raad (HR). In zijn arrest van 20 juni 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1111) heeft de HR enige algemene overwegingen over de eendaadse samenloop en de voortgezette handeling gegeven. De overwegingen uit dit arrest laten zich als volgt samenvatten. De eendaadse samenloop en de voortgezette handeling vervullen een wezenlijke functie bij het voorkomen van onevenredige aansprakelijkheid en bestraffing in geval van gelijktijdige berechting van sterk samenhangende strafbare feiten. Voor de eendaadse samenloop komt het vooral aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Voor de voortgezette handeling komt het erop aan of de verschillende bewezenverklaarde, elkaar in de tijd opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het “wilsbesluit”) zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt.

8.4.

De rechtbank volgt de minister in zijn standpunt dat de wetgever heeft nagedacht over het belang van het werkend aanwezig zijn van beide systemen. Dat in de wetgeving twee verschillende feitcodes zijn opgenomen, is daarom ook niet vreemd. Op de zitting heeft eiseres gesteld dat het om één apparaat gaat; één kastje met een aantal knopjes en aansluitingen. Het zijn geen twee afzonderlijk aanschafbare apparaten. De minister heeft dat op de zitting niet ontkend. De rechtbank leest in informatie van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) (zie www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mest/uw-intermediaire-bedrijf/apparatuur-gebruiken-en-goedkeuring) dat ook RVO uitgaat van één apparaat dat beide systemen in zich bergt. Ook de prestatiekenmerken spreken van AGR-apparatuur die over een voorziening moet beschikken waarmee de door de satellietvolgapparatuur gegenereerde gegevens inzake de positie van het transportmiddel alsmede de datum en het tijdstip waarop de positiegegevens zijn bepaald voortdurend en automatisch worden vastgelegd (…). Dat wijst eveneens op één samenstel van apparatuur.

8.5.

Het voorgaande brengt met zich dat de handeling om te rijden met een wagen of laadbak die geen AGR/GPS apparatuur bevat in dit geval automatisch via één handeling, op één moment, twee overtredingen oplevert. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van één enkel feitencomplex dat twee overtredingen oplevert, waarvan de overtreder in dit geval (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Daarmee is voldaan aan de voorwaarden voor eendaadse samenloop zoals bedoeld in de rechtspraak van CBb en HR. Dat heeft de minister niet onderkend.

De beroepsgrond slaagt.

Is er sprake van eendaadse samenloop voor alle 220 vrachten en de 706 overtredingen?

(…)

9.3.

Bij de beoordeling van deze beroepsgrond betrekt de rechtbank dezelfde jurisprudentie als genoemd onder 8.3 van deze uitspraak. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van eendaadse samenloop of een voortgezette handeling. Om te beginnen heeft de wetgever er voor gekozen dat één vracht kan uitmonden in verschillende overtredingen. De minister is dus bevoegd om per vracht meerdere boetes op te leggen, voor verschillende overtredingen. Bovendien kan niet gezegd worden dat de gedragingen van eiseres een min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren en dat eiseres daarvan in wezen één verwijt gemaakt kan worden. De gedragingen hebben zich niet afgespeeld op hetzelfde tijdstip. Het gaat om meer dan 200 vrachten die op verschillende data zijn geladen en gelost. Reeds hierom is geen sprake van eendaadse samenloop. Van een voortgezette handeling is evenmin sprake. Eiseres heeft gesteld dat zij op een gegeven moment heeft besloten om voortaan voor bij [naam 5] geladen vrachten geen VDM’s meer op te maken, te bemonsteren, etc. Dat besluit kan niet worden beschouwd als één wilsbesluit in de zin van het leerstuk van voorgezette handeling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft te gelden dat eiseres ten aanzien van elke vracht steeds opnieuw de beslissing heeft genomen om geen VDM’s op te maken, te bemonsteren, etc.

De beroepsgrond slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:CBB:2023:364

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *