ABRvS 2 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2947 Overtredersbegrip – enig aandeelhouder rechtspersoon óók overtreder.

Print deze pagina

7.       Oostappen betoogt verder dat de rechtbank niet heeft onderkend dat zij ten onrechte als overtreder is aangemerkt. Zij voert hiertoe aan dat zij niet de diensten verricht die als overtreding zijn aangemerkt. De accommodaties worden verhuurd door Oostappen Vakantiepark Marina Beach B.V.

7.1.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 15 oktober 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BF8999) is de overtreder in de eerste plaats degene die de verboden handeling fysiek verricht. Daarnaast kan in bepaalde gevallen degene die de overtreding niet zelf feitelijk begaat, maar  aan wie de handeling is toe te rekenen, voor de overtreding verantwoordelijk worden gehouden en daarom als overtreder worden aangemerkt.

7.2.    Het staat vast dat Oostappen Groep B.V. enig aandeelhouder is van zowel Habitoflex B.V. als van Oostappen Vakantiepark Marina Beach B.V. Verder staat vast dat Habitoflex B.V. recreatieverblijven op het vakantiepark verhuurt aan onder meer arbeidsmigranten. De Afdeling is, evenals de rechtbank, van oordeel dat Oostappen verantwoordelijk kan worden gehouden voor de overtreding, begaan door die bedrijven (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3552). Het betoog slaagt niet.


[…]

9.       Oostappen voert tot slot aan dat de rechtbank ten onrechte zelf in de zaak heeft voorzien door haar bezwaar tegen besluit II, de weigering de begunstigingstermijn te verlengen, ongegrond te verklaren.

10.     Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 11 augustus 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1791), geldt bij het bepalen van de lengte van de begunstigingstermijn als uitgangspunt dat deze termijn niet wezenlijk langer mag zijn dan nodig is om de overtreding te kunnen beëindigen. Een begunstigingstermijn mag ook niet korter zijn dan nodig is om de overtreding te kunnen beëindigen. De Afdeling is van oordeel dat de rechtbank, zelf in de zaak voorziend, zich heeft mogen beperken tot ongegrondverklaring van het bezwaar. Immers, niet is gebleken dat de begunstigingstermijn van 10 juli tot 23 oktober 2018 die was opgenomen in het besluit van 10 juli 2018 niet voldoende was om uitvoering te kunnen geven aan de last. Oostappen heeft verder niet onderbouwd dat en hoe een langere begunstigingstermijn noodzakelijk was om de overtreding te kunnen beëindigen. Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:2947

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *