ABRvS 27 decebmer 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4849 – Geen norm voor fijnstof, dus ook geen overtreding, dus alleen al daarom handhavingsverzoek terecht afgewezen

Print deze pagina

Het hoger beroep

3.       [appellant] betoogt dat de rechtbank zijn bezwaar ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Volgens [appellant] heeft de rechtbank ten onrechte de feiten rondom de fijnstofconcentraties niet meegenomen in de beslissing. [appellant] wijst erop dat lidstaten van de Europese Unie moeten voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEG 2008, L 152; hierna: de Richtlijn luchtkwaliteit), waarin onder meer de toegestane fijnstofconcentraties worden beschreven. [appellant] vermoedt dat de maximaal toegestane concentraties worden overschreden. De fijnstofuitstoot van de veehouderijen bij hem in de buurt wordt alleen maar rekenkundig bepaald, terwijl uit de metingen die [appellant] zelf heeft verricht volgt dat de luchtkwaliteit niet voldoet aan de normen.

3.1.    Artikel 5:1, eerste lid, van de Awb luidt:

“In deze wet wordt verstaan onder overtreding: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.”

3.2.    De maximaal toegestane fijnstofconcentraties uit de Richtlijn luchtkwaliteit zijn in Nederland opgenomen in bijlage 2 van de Wet milieubeheer (hierna: Wm). De Afdeling stelt allereerst vast dat [appellant] niet heeft betoogd dat de Richtlijn luchtkwaliteit onjuist is geïmplementeerd in de Wm. De Afdeling zal daarom verder uitgaan van de Wm.

3.3.    De Afdeling stelt vervolgens vast dat het college heeft erkend dat de fijnstofconcentraties bij de woning van [appellant] inderdaad hoog zijn. Of er sprake is van een overschrijding van de maximaal toegestane fijnstofconcentraties uit bijlage 2 van de Wm, laat de Afdeling in het midden omdat dit niet uitmaakt voor de vraag of het college handhavend moest optreden. In de Wm is namelijk geen bepaling opgenomen die een overschrijding van deze concentraties in het algemeen verbiedt. Een overschrijding van deze concentraties leidt dus niet tot een overtreding zoals bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, van de Awb, waartegen het college handhavend kan optreden. Of er wel of geen overtreder aangewezen kan worden, is dus verder niet relevant. Het handhavingsverzoek van [appellant] kan dus niet leiden tot het door hem gewenste resultaat. De Afdeling ziet daarom met de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat het college het handhavingsverzoek ten onrechte heeft afgewezen.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:4849

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *