Is er sprake van misbruik van recht?
9. [appellante] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college het verzoek van Parkhotel om handhavend op te treden tegen het gebruik van de bovenwoning als burgerwoning niet-ontvankelijk had moeten verklaren, omdat sprake is van misbruik van recht. Volgens [appellante] dient het handhavingsverzoek geen ander doel dan haar onder druk te zetten om de woning aan Parkhotel te verkopen. Omdat de bovenwoning geen belemmering vormt voor de door Parkhotel gewenste uitbreiding van horeca-activiteiten, heeft de rechtbank volgens [appellante] ten onrechte overwogen dat Parkhotel belang heeft bij handhaving. [appellante] wijst erop dat Parkhotel door wijziging van de splitsingsakte haar heeft verplicht de bovenwoning uitsluitend als privéwoning te gebruiken. Ook wijst zij erop dat uit de splitsingsakte volgt dat zij en Parkhotel zich jegens elkaar moeten gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid en dat een eigenaar of gebruiker geen onredelijke hinder mag toebrengen aan de andere eigenaren of gebruikers. Daar voldoet Parkhotel volgens [appellante] niet aan. Gelet hierop had volgens [appellante] de rechtbank de rechtsgevolgen van het door haar vernietigde besluit, onder meer vanwege het ontbreken van een motivering over misbruik van recht, niet in stand mogen laten.
9.1. De rechtbank heeft terecht overwogen dat van misbruik van recht geen sprake is. Voor het oordeel dat sprake is van oneigenlijk gebruik van het verzoek om handhaving bestaat geen aanleiding. Het algemeen belang is, zoals door het college is toegelicht in het besluit van 4 oktober 2021, gediend bij het beëindigen van de overtreding en het handhaven van het bestemmingsplan. Het college was derhalve, ook los van het verzoek om handhaving van Parkhotel, niet alleen bevoegd, maar gelet op het algemeen belang in beginsel ook verplicht om handhavend op te treden tegen het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van de bovenwoning door [appellante]. De achtergrond van het verzoek om handhaving van Parkhotel noch de relatie tussen [appellante] en Parkhotel bieden grond voor het oordeel dat sprake zou zijn van misbruik van recht of oneigenlijk gebruik van het verzoek om handhaving. De rechtbank heeft terecht overwogen dat Parkhotel een legitiem belang bij handhaving heeft omdat het gebruik als burgerwoning van de bovenwoning belemmerend zou kunnen zijn voor Parkhotel. Zie ter vergelijking de uitspraak van de Afdeling van 29 februari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV7290, onder 2.4.1. Dit betekent dat de rechtbank de rechtsgevolgen van het door haar vernietigde besluit op dit punt in stand heeft mogen laten. Of er sprake is van bijzondere omstandigheden om van handhavend op te treden af te zien, zal de Afdeling hierna beoordelen.
Het betoog faalt.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:643
Leave a Reply