15. De rechtbank onderschrijft het standpunt van het college dat sprake is van een doorlopende overtreding en dat de overtreding niet van geringe aard en ernst is. Het standpunt van het college dat het gebruiken van de handhavingsbevoegdheid in deze zaak niet onevenredig is, onderschrijft de rechtbank evenwel niet. De rechtbank legt dit hierna uit.
Eisers zijn bang dat hun koeien niet meer conform de weidegang-eisen zullen uitwaaieren over de weilanden omdat de koeien onrustig worden van wandelaars met honden en/of fietsers en daarom maar vlak bij hun stal blijven. De financiële gevolgen voor eisers bij het verliezen van de toeslag zijn naar het oordeel van de rechtbank groot. Betwijfeld moet worden of de agrarische bedrijfsvoering nog wel rendabel is zonder deze toeslag.
Daar tegenover staat het belang van het college. Het college behartigt het algemeen belang en daaronder valt het waarborgen c.q. het realiseren van de juiste randvoorwaarden om te komen tot een goed woon-, leef- en werkklimaat voor alle inwoners, waaronder de lokale ondernemers. Dit zijn alle ondernemers binnen de gemeentegrenzen, en niet alleen agrarische ondernemers. In de vrijetijdseconomie gaat veel geld om en het bevorderen ervan resulteert in extra inkomsten voor de lokale middenstand, horeca en verblijfsrecreatieve sector. Om Losser aantrekkelijk te maken en te houden voor dagjesmensen en toeristen, is een goede recreatieve infrastructuur, zoals een netwerk van recreatieve wandel- en fietspaden, essentieel. Het belang van het college bij het behouden van de [adres 2] (en de [adres 1]) voor de recreatieve infrastructuur is naar het oordeel van de rechtbank eveneens groot.
De belangenafweging die het college in het bestreden besluit heeft gemaakt, kom erop neer dat het college onverkort vasthoudt aan een netwerk met een hogere recreatieve waarde (in plaats van genoegen te nemen met een netwerk met een lagere recreatieve waarde) waardoor eisers mogelijk geconfronteerd worden met een inkomensverlies waardoor hun bedrijfsvoering niet meer rendabel zal zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank pakt deze belangenafweging dermate onevenredig voor eisers uit, dat het college in redelijkheid niet tot deze belangenafweging heeft kunnen komen. Dit is in strijd met artikel 3:4 van de Awb.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBOVE:2024:1566
Leave a Reply