Rb. Midden-Nederland 8 april 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2115 – Krijgen groene BOA’s nu wel of geen vuurwapen? Eerst moet de minister nog wat motiveren.

Print deze pagina

Toetsing aan de criteria van het noodzaakcriterium
Criterium a: voor welke soort wetsovertredingen is de opsporingsbevoegdheid verleend?

13. De burgemeester voert aan dat de boa domein II is belast met de opsporing van strafbare feiten en dat dit onder meer betreft de Wet op de economische delicten, de Wet natuurbescherming en diverse delicten uit het Wetboek van Strafrecht, waaronder stroperij. De burgemeester heeft aangevoerd dat de boa ook in de uitvoering van zijn taken wordt geconfronteerd met ernstige (criminele) activiteiten, zoals gewapende stroperij en drugsdumpingen. Bovendien is het onjuist dat het vuurwapen uitsluitend kan worden toegekend bij zeer specifiek opgedragen taken, bijvoorbeeld als een boa aantoonbaar is belast met de opsporing van zware misdrijven waarbij de redelijke verwachting bestaat dat hij met onmiddellijk vuurwapengebruik kan worden geconfronteerd. Dit volgt niet uit het toetsingskader.

14. De minister stelt zich hierover op het standpunt dat het gelet op de taakstelling van de boa niet de verwachting is dat hij snel zal worden geconfronteerd met onmiddellijke en ernstige agressie en/of (vuur)wapengebruik. De gemeente heeft geen wettelijke verplichting om de Wet natuurbescherming te handhaven. Met de introductie van de Wet Natuurbescherming 2017 zijn veel gemeentelijke milieutaken overgeheveld naar provincies. In het Integraal Handhavingsplan van de gemeente Baarn staat vermeld dat de gemeente alle wettelijke milieuhandhavingstaken bij de RUD heeft belegd.

15. De rechtbank stelt vast dat partijen allereerst van mening verschillen over de handhavingstaken van de boa domein II. De minister stelt zich, in navolging van het advies van de korpschef en de hoofdofficier van justitie, op het standpunt dat de boa geen wettelijke verplichting heeft om de Wet natuurbescherming te handhaven. Uit de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar blijkt echter dat via artikel 1a van de Wet op de economische delicten de boa Domein II belast is met de opsporing van de strafbare feiten, neergelegd in een aantal artikelen van de Wet natuurbescherming. Het gaat dan met name om strafbare feiten als illegaal jagen en stropen. Het functieprofiel van de boa Domein II van de gemeente Baarn sluit hierop aan en benoemt het aanspreken van verdachten van illegale jacht en stroperij als onderdeel van de werkzaamheden. De minister heeft dit niet bestreden. Bovendien staat in het besluit op bezwaar het advies van de korpschef en de hoofdofficier weergegeven waarin onder meer staat dat de gewapende stroperij in beginsel bij de RUD en de politie ligt. Het is de rechtbank onduidelijk hoe dit zich verhoudt tot de Regeling voornoemd en hoe de taken en bevoegdheden dan precies verdeeld zijn en waarop dat is gebaseerd. Dit klemt te meer nu de minister zich bovendien in het besluit op bezwaar op het standpunt heeft gesteld dat met inachtneming van de taakstelling van de boa de redelijke verwachting dat de boa met vuurwapengebruik wordt geconfronteerd aanwezig kan zijn wanneer de boa aantoonbaar is belast met de opsporing van gewapende stroperij. Als het gaat om de opsporing van milieudelicten, zoals bijvoorbeeld drugsdumpingen, stelt de minister dat de handhaving van milieudelicten blijkens het Integraal Handhavingsplan gemeente Baarn 2018-2021 is neergelegd bij de RUD. Het is juist dat in het Handhavingsplan staat dat de RUD de wettelijke milieuhandhavingstaken uitvoert voor de gemeente Baarn, maar omdat de handhaving van een aantal overtredingen van de Wet Milieubeheer via artikel 1a van de Wet op de economische delicten en het functieprofiel van de boa domein II ook tot de werkzaamheden van de boa behoort, is niet duidelijk of deze opsporingsbevoegdheid volledig bij de boa is weggehaald of niet. Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat het gelet op de taakstelling van de boa niet de verwachting is dat hij snel zal worden geconfronteerd met onmiddellijke en ernstige agressie en/of (vuur)wapengebruik. Dit vraagt een nadere toelichting, die nu ontbreekt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBMNE:2024:2115

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *