[appellante] is opgenomen in de zogenaamde treiteraanpak. Met deze aanpak heeft de gemeente Amsterdam in samenwerking met onder meer de politie, het Openbaar Ministerie, woningbouwcorporaties en Jeugdbescherming Amsterdam, een werkwijze ontwikkeld om bijzondere gevallen van ernstige overlast en intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan. [appellante] vindt dat zij onterecht in de treiteraanpak is opgenomen.
[…]
Opname treiteraanpak wordt met een besluit gelijkgesteld
5. Verder voert [appellante] aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat opname in de treiteraanpak geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb. In de uitspraken van de Afdeling waarnaar de rechtbank heeft verwezen, is niet ingegaan op de argumenten die [appellante] ten grondslag heeft gelegd aan haar stelling dat wel sprake is van een appellabel besluit. Volgens [appellante] is opname in de treiteraanpak wel gericht op rechtsgevolg, omdat daardoor de burgemeester en andere convenantpartners meer mogelijkheden krijgen voor het verwerken van gegevens. Bovendien zou [appellante], als er geen rechtsgevolgen zouden zijn, onverkort rechten ontlenen aan de AVG. Dat de burgemeester haar verzoeken op grond van de AVG afwijst met een beroep op het Convenant, laat zien dat de rechtsverhouding tussen de burgemeester en [appellante] is gewijzigd. Dat is volgens [appellante] een rechtsgevolg.
5.1. De Afdeling heeft in de hiervoor onder 3 genoemde uitspraken van 28 november 2018 en 17 april 2019 overwogen dat de mededeling dat iemand is opgenomen in de treiteraanpak geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. De Afdeling ziet aanleiding deze rechtspraak te nuanceren.
5.2. Ingevolge artikel 1:3 van de Awb wordt onder besluit verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Opname in de treiteraanpak is bedoeld om ervoor te zorgen dat verschillende instanties beter met elkaar kunnen samenwerken om bijzondere gevallen van ernstige overlast en intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan. Het doel daarvan is dat de openbare orde en veiligheid in Amsterdam wordt verbeterd. Als een casus voldoet aan de voorwaarden voor opname in de treiteraanpak dan wordt de casus verder onderzocht. Er wordt een kernteam gevormd, de partners in dat team maken een plan van aanpak en er kunnen acties worden ondernomen. Voorbeelden van die acties zijn onder andere buurtonderzoek, mondelinge waarschuwingen, mediation of een gebiedsverbod. Opname in de treiteraanpak leidt er dus toe dat informatie over de betrokkene wordt verzameld. Opname in de treiteraanpak heeft verder tot gevolg dat de verschillende instanties deze informatie structureel en op grote schaal delen en daarmee de persoonsgegevens van de betrokkene verwerken. Wanneer tegen de beslissing om iemand op te nemen geen bestuursrechtelijk rechtsmiddel open staat, kan de betrokkene alleen via een verzoek tot verwijdering van na de opname verwerkte persoonsgegevens als bedoeld in artikel 17 van de AVG de rechtmatigheid van die verwerking aan de orde stellen. Omdat dit betekent dat dan al persoonsgegevens mogelijk zelfs op grote schaal zijn verwerkt en de gevolgen daarvan niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt, is dat voor de betrokkene onevenredig bezwarend. De Afdeling is daarom thans van oordeel dat de beslissing om iemand op te nemen in de treiteraanpak om redenen van rechtsbescherming met een besluit moet worden gelijkgesteld.
5.3. Het betoog slaagt.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:2715
Leave a Reply