CBb 28 januari 2025, ECLI:NL:CBB:2025:46 – Last bij een open norm. “[V]an verweerder [mag niet] worden verwacht dat hij concrete maten geeft waar de voerhekken aan moeten voldoen. Het gaat erom dat de runderen door de wijze van toediening geen onnodig pijn of letsel ondervinden.” Geen wettelijke plicht tot overleg met overtreder voorafgaand handhaving.

Print deze pagina

Is de last die is opgelegd voor de voerhekken voldoende duidelijk en concreet?

8 In het bestreden besluit is opgenomen dat verzoeker de overtreding van artikel 2.4, zevende lid, van het Bhd kan beëindigen door ervoor te zorgen dat de hoogte van de voerhekken in stal 2 op zodanige wijze staat afgesteld dat het bij geen van de dieren in de behuizing onnodig lijden of letsel toebrengt. Ook dient verzoeker tijdig het voer aan te schuiven.

9 Verzoeker heeft hierover aangevoerd dat de last onvoldoende duidelijk en concreet is. In het bestreden besluit volstaat verweerder met een algemene beschrijving en de opmerking dat de maatvoering afhankelijk is van de diersoort, het ras en de diergroep. Bovendien is er inmiddels een nieuw voerhek geplaatst. Een ander voerhek is aangeschaft, maar het moment van levering is nog niet duidelijk.

10.1De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat aan de last is voldaan. In stal 2 is weliswaar één voerhek vervangen, die volgens de verklaring van verweerder ter zitting in beginsel voldoet. Maar twee andere voerhekken in stal 2 zijn (nog) niet vervangen, en zorgen volgens het rapport van bevindingen van 8 januari 2025 nog steeds voor verwondingen en schoftbulten.

10.2De voorzieningenrechter volgt verzoeker ook niet in het standpunt dat de last onvoldoende duidelijk en concreet is. In het bestreden besluit zijn voor zover mogelijk concrete suggesties gedaan wat er nodig is om deze overtreding te beëindigen. Gelet op de open normen in het Bhd kan echter niet van verweerder worden verwacht dat hij concrete maten geeft waar de voerhekken aan moeten voldoen. Het gaat erom dat de runderen door de wijze van toediening geen onnodig pijn of letsel ondervinden.

Had verweerder het overleg met verzoeker moeten aangaan?

11 Verzoeker voert aan dat verweerder ondanks meerdere expliciete verzoeken heeft geweigerd om in overleg te treden. Daarmee heeft verweerder gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.

12 Verweerder heeft geen reden gezien om opnieuw met verzoeker in gesprek te gaan. Gelet op de open normen in de regelgeving is het niet mogelijk om concrete maten af te spreken. Bovendien is er in het verleden ruimschoots overleg geweest. Dit heeft echter niet geleid tot aanpassingen in de bedrijfsvoering. Verweerder ziet geen mogelijkheden voor een minnelijke oplossing.

13 Er is geen wettelijke verplichting voor een bestuursorgaan om altijd in overleg te treden. Verweerder heeft voldoende toegelicht waarom hij in dit geval geen toegevoegde waarde zag van nog meer overleg. Van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is daarom geen sprake.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2025:46

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *