AB 2020/101 – Alleen bekendmaken aan belanghebbende (en niet ook aan gemachtigde) ontneemt aanmaning niet stuitende werking.

Print deze pagina

AB 2020/101
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE
18 december 2019, nr. 201902411/1/A1
(Mr. J.E.M. Polak)
m.nt. T.N. Sanders
Art. 2:1, 4:112, 6:17 Awb
ECLI:NL:RVS:2019:4243

Een aanmaning of uitstel van betaling die niet aan de gemachtigde bekend wordt gemaakt, heeft nog steeds stuitende of verlengende werking als het wel aan de belanghebbende is bekend gemaakt. Het niet aanzeggen van invorderingskosten betekent niet dat een aanmaning geen aanmaning in de zin van artikel 4:112 Awb is.

Noot

Auteur: T.N. Sanders

1.

Dat scheelt, fijn om bevestigd te zien dat ik niet helemaal gek was toen ik mijn annotatie bij ABRvS 18 juli 2018 (AB 2018/245) schreef. Na enige twijfel of de Afdeling het wel zo bedoelde meende ik uiteindelijk uit die uitspraak te herleiden dat een aanmaning waarin wél wordt gedreigd met dwangmaatregelen bij het niet-betalen, maar niet werd gezegd dat die dwangmaatregelen op kosten van de schuldenaar zouden worden uitgevoerd, nog steeds aan aanmaning in de zin van artikel 4:112 Awb is. Die lezing wordt hier bevestigd door de Afdeling (r.o. 5.1):“[z]oals de Afdeling heeft overwogen in de door het college genoemde uitspraak van 18 juli 2018, betekent de omstandigheid dat het college in zijn brief van 10 juli 2017 niet heeft medegedeeld dat een eventuele dwanginvordering op kosten van de schuldenaar zal plaatsvinden, niet dat die brief geen aanmaning is als bedoeld in artikel 4:106, gelezen in samenhang met artikel 4:112, van de Awb. Wel dient uit het oogpunt van rechtszekerheid voor de aangeschrevene uit een aanmaning onmiskenbaar te blijken dat ingeval niet wordt betaald na afloop van de daarin vermelde betalingstermijn dwanginvordering zal volgen.”Terwijl ik dit schrijf realiseer ik mij overigens hoe bizar het soms moet zijn om als bestuursrechter een annotatie te lezen. Denk je het allemaal netjes op te hebben geschreven, zit er een of andere bestuursrechtelijke B-artiest te doen alsof jouw tekst niet goed te begrijpen is en vervolgens ook nog in een vervolgannotatie te juichen dat hij erin slaagde om jouw kraakheldere boodschap te ontcijferen!

2.

Het tweede interessante punt in deze uitspraak is dat de Afdeling hier oordeelt dat het bestuursorgaan ook gehouden is om het besluit waarbij uitstel van betaling wordt verleend naar de gemachtigde te sturen, maar dat het enkel aan de belanghebbende (en niet ook naar de gemachtigde) versturen van het besluit niet betekent dat het besluit niet rechtsgeldig bekend is gemaakt. Een dergelijk besluit is gewoon in werking getreden en heeft dus verlengende werking. Het niet bekendmaken aan de gemachtigde heeft alleen als consequentie dat het niet tijdig bezwaar maken tegen dat besluit eventueel verschoonbaar is. Dat is geheel in lijn met de rechtspraak ten aanzien van andere besluiten (waar de Afdeling keurig naar verwijst: ABRvS 25 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1345).

Print deze pagina