Indien een belanghebbende een aan hem door een bestuursorgaan opgelegde last onder dwangsom overtreedt, dan verbeurt hij de opgelegde dwangsom van rechtswege. Is de dwangsom verbeurd, dan dient het bestuursorgaan deze in beginsel ook in te vorderen (de zogenaamde beginselplicht tot invordering), behalve als er sprake is van ‘bijzondere omstandigheden’ die nopen tot het geheel of gedeeltelijk afzien van de ordering van de dwangsom. Deze bijzondere omstandigheden zijn spreekwoordelijke witte raven. Er wordt vaak gememoreerd dat ze bestaan, maar ze worden zelden in het wild waargenomen. In deze uitspraak ziet de Afdeling wél een witte raaf. De Afdeling oordeelt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden en dat de voorzieningenrechter dan ook terecht de dwangsom van € 25.000 naar € 10.000 heeft bijgesteld.
ECLI:NL:RVS:2014:32