Beoordeling gronden
4. [appellant] betoogt dat de bestuurlijke boete en de last onder dwangsom zijn opgelegd in strijd met het legaliteitsbeginsel. Daartoe voert hij aan dat de sancties zijn opgelegd voor het overtreden van de regels voor het exploiteren van een bed & breakfast, als bedoeld in artikel 3.1.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (hierna: de Huisvestingsverordening). Sanctioneerbaar is het gebruiken van meer dan 40% van de totale gebruiksoppervlakte van de woning voor een bed & breakfast, waarbij gemeten wordt conform NEN 2580, omdat daarmee de bestemming tot bewoning niet overheersend blijft en er aldus sprake is van onttrekking van de woning aan de woningvoorraad. De NEN 2580 is echter niet vrij beschikbaar gesteld. Dit betekent dat het voor [appellant] niet mogelijk is te achterhalen wat in dit geval exact als verboden gedraging moet worden beschouwd. Doordat NEN 2580 als dwingende norm is aangemerkt op basis waarvan bestuurlijke sancties kunnen worden opgelegd, had deze norm vrij beschikbaar moeten worden gesteld. Door dit na te laten zijn de in de bestuurlijke boete en last onder dwangsom genoemde verboden gedraging aldus niet nauwkeurig, duidelijk en ondubbelzinnig in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014, gelezen in samenhang met artikel 3.1.2 van de Huisvestingsverordening omschreven, aldus [appellant].
4.1. Ander dan [appellant] betoogt, wordt in artikel 3.1.2, vierde lid, van de Huisvestingsverordening, noch in de toelichting daarop dwingend verwezen naar een NEN norm. Uit het arrest van de Hoge Raad van 22 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0393, volgt dat NEN-normen waarnaar in wetgeving is verwezen, niet het karakter hebben van algemeen verbindende voorschriften in de zin van de Grondwet of de Bekendmakingswet. Onder verwijzing naar haar uitspraak van 2 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP2750, overweegt de Afdeling voorts dat de kenbaarheid van NEN-normen voldoende verzekerd is, nu de NEN-normen tegen redelijke betaling aangeschaft kunnen worden en van de NEN-normen tevens in de bibliotheek van het Nederlands Normalisatie Instituut kennis genomen kan worden. Voor het college bestaat, anders dan [appellant] stelt, geen verplichting om, indien in een besluit of daaraan ten grondslag liggende stukken wordt verwezen naar een NEN-norm deze norm gratis ter beschikking te stellen. Het door [appellant] overgelegde stuk van het kabinet noemt welke NEN-normen kosteloos inzichtelijk zullen worden gemaakt via de website van NEN. Daarin wordt NEN 2580 niet genoemd.
4.2. Het betoog faalt.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@123135/201907083-1-a3-en-201907083-3-a3/
Leave a Reply