ABRvS 12 juni 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2402 – controles op Pasen, Koningsnacht en dodenherdenking niet representatief voor geluidsoverlast bedrijventerrein

Print deze pagina

7.       De Afdeling zal hieronder alsnog de door de rechtbank ten onrechte onbesproken gelaten beroepsgrond bespreken. Het handhavingsverzoek van [appellant A] richt zich tegen geluidsoverlast van het laden en lossen van de vrachtwagens in de nacht en de vroege ochtend (23:00 – 07:00 uur).

8.       Ingevolge artikel 2.17, eerste lid en onder a, van het Activiteitenbesluit, geldt voor onder meer het maximaal geluidsniveau (LAmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, dat de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden.

Ingevolge het derde lid en onder a geldt, in afwijking van het eerste lid, voor een inrichting die is gelegen op een bedrijventerrein dat het maximaal geluidsniveau (LAmax) op de in tabel 2.17c genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedraagt dan de in die tabel aangegeven waarden.

9.       Het college heeft naar aanleiding van het handhavingsverzoek controles verricht en is daarna volgens [appellant A] ten onrechte tot de conclusie gekomen dat geen sprake is van overlast ten gevolge van laad- en losbewegingen. Deze controles zijn zoals [appellant A] betoogt uitgevoerd tijdens Pasen, koningsnacht en dodenherdenking, zodat niet op representatieve tijdstippen controles zijn verricht. De Afdeling is daarom van oordeel dat het college onvoldoende heeft onderzocht of sprake is van een overtreding waartegen handhavend dient te worden opgetreden.

Het betoog slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:2402

 

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *