15.3 Nu tijdens de zitting bij de Afdeling is gebleken dat het pand waarin de huurwoning van [appellant A] en [appellant B] was gelegen inmiddels door de gemeente is afgebroken en dat zij sinds enige tijd elders wonen, stelt de Afdeling vast dat de feitelijke sluiting van de huurwoning aan de [locatie] in Sittard voor de resterende 1,5 maand van de sluitingstermijn niet meer aan de orde is. De maatregel van bestuursdwang is immers verbonden aan de huurwoning (adres) en deze woning bestaat niet meer. Dit betekent dat [appellant A] en [appellant B] niet alsnog de resterende 1,5 maand uit hun woning moeten op basis van deze maatregel tot sluiting.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:4612
Leave a Reply