1. [appellant] heeft bij brief van 17 januari 2022 een verzoek tot handhaving tegen [partij] bij de Deken ingediend. [appellant] heeft hierbij verzocht om een onderzoek te laten verrichten naar het patronaat van [partij], zijn voormalig patroon. De deken heeft dit handhavingsverzoek afgewezen omdat er geen overtreding is geconstateerd op grond van artikel 3.13 van de Verordening op de advocatuur (hierna: de Voda) die bestuursrechtelijk kan worden gehandhaafd. De deken heeft de afwijzing van het handhavingsverzoek in bezwaar gehandhaafd.
[…]
[het hoger beroep slaagt niet]
6. De Afdeling stelt vast dat [appellant] over zijn geschillen binnen en met de advocatuur vele procedures heeft gevoerd, zowel bij de tuchtrechter als bij de bestuursrechter. Bij de Afdeling gaat het inmiddels om meer dan twintig procedures, die alle evident niet konden slagen. [appellant] is bij veel van deze zaken niet op een zitting verschenen. Als hij voor een zitting wordt uitgenodigd, vraagt hij steevast op een laat moment om uitstel, doorgaans op niet onderbouwde medische gronden. Hij heeft voorts vele wrakingsverzoeken ingediend, die alle moesten worden afgewezen. Dit patroon van handelingen legt een onnodig groot beslag op het proces van rechtspleging en benadeelt daardoor andere burgers die rechtsbescherming zoeken. Daarom zal de Afdeling bij een volgende procedure moeten beoordelen of het gedrag van [appellant] misbruik van recht oplevert.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2025:23
Leave a Reply