ABRvS 15 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1636, piepsysteem; dat er een klacht is ingediend in het ene geval en in het andere geval niet rechtvaardigt verschil in behandeling.

Print deze pagina

7.1.    Met betrekking tot het perceel aan de Schepenlaan 8 is het gemeentelijk beleid ten aanzien van prioritering bij handhavend optreden van belang. De Afdeling wijst in dit verband op de uitspraak van de Afdeling van 4 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1982, waarin de Afdeling onder meer overweegt dat handhavingsbeleid er niet toe mag strekken dat tegen overtredingen met een lage prioriteit nimmer wordt opgetreden. Dit betekent echter niet dat bij de handhaving geen prioriteiten mogen worden gesteld. Prioriteitstelling is toegestaan om in het kader van doelmatige handhaving onderscheid te maken in de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de handhavingstaak. Zo kan prioritering bepalend zijn voor de mate waarin toezicht wordt gehouden op de naleving van voorschriften. Ook mag prioritering inhouden dat bij bepaalde lichte overtredingen alleen naar aanleiding van een klacht of een verzoek van een belanghebbende wordt beoordeeld of handhavend moet worden opgetreden.

Op basis van het gemeentelijk beleid “Beleidsplan Vergunningverlening Toezicht en handhaving 2016-2018” van de gemeente Zaandam wordt er een lage prioriteit toegekend aan het bouwen van bergingen zonder omgevingsvergunning en wordt enkel in geval van klachten handhavend opgetreden. Het college heeft ter zitting toegelicht dat er over de berging aan de Schepenlaan 8, in tegenstelling tot de berging die [appellant] heeft gebouwd, geen klacht is ontvangen. De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat er in dit geval geen sprake is van gelijke gevallen.

Het betoog faalt in zoverre.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@121678/201906774-1-r1/

Print deze pagina