“2.3. Het ligt op de weg van het college om aannemelijk te maken dat [appellant] heeft gehandeld in strijd met de aan hem opgelegde last en de daartoe vereiste feiten vast te stellen. De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat het college met het controlerapport van 9 april 2018 aannemelijk heeft gemaakt dat niet aan de last werd voldaan. Van de toezichthouder kan, gelet op de veiligheidsaspecten, niet worden verwacht dat hij de inhoud van de vaten, die naar verwachting gevaarlijke stoffen bevatten, ter plekke op de inhoud controleert. De toezichthouder mocht, gelet op de duidelijke etikettering en de verpakkingswijze van de vaten, ervan uitgaan dat de vaten de stoffen bevatten die op het etiket stonden vermeld. De toezichthouder heeft er ter zitting op gewezen dat de cans, anders dan de daarop aanwezige etiketten, niet waren gemarkeerd om aan te duiden dat de inhoud niet overeenkwam met het etiket. Volgens de toezichthouder is dit wel vereist om identificatie van de inhoud mogelijk te maken. [appellant] heeft ter zitting erkend dat de cans niet waren gemarkeerd. Hierbij komt dat [appellant] bij de controle aanwezig was en ook op dat moment de vaststelling van de toezichthouder niet heeft weerlegd en ook niet nader heeft verklaard waarom deze vaststelling niet klopte. Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de vaststelling van de toezichthouder ondeugdelijk is. “
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@120385/201903004-1-a1/