ABRvS 27 november 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4868 – Preventieve handhaving. Een uitgesproken voornemen om een mogelijke overtreding te zullen begaan is bij gebreke van “enige concrete handelingen” onvoldoende.

Print deze pagina

Beoordeling van het hoger beroep

5.       Anders dan [appellant A] en [appellant B] betogen, is het verhuren van de molen voor recreatief nachtverblijf in strijd is met bestemmingsplan. Op grond van artikel 16.1, aanhef en onder b, van de planregels is het perceel bestemd voor uitsluitend een molen en maximaal één woning. De rechtbank heeft terecht overwogen dat uit het woord “uitsluitend” volgt dat geen ander gebruik is toegestaan. De rechtbank heeft verder uit het normale spraakgebruik terecht afgeleid dat recreatieve verhuur voor nachtverblijf niet onder het begrip “molen” valt en ook niet onder het begrip “woning”, omdat een duurzaam karakter bij recreatieve verhuur ontbreekt. Het recreatief verhuren van de molen past dus niet binnen het toegelaten gebruik en is in strijd met het bestemmingsplan. Dat de molen al jaren door [appellant A] en [appellant B] als vakantiewoning wordt gebruikt, maakt dat niet anders. De Afdeling volgt [appellant A] en [appellant B] niet in het betoog dat er geen planologisch verschil is tussen recreatief gebruik door eigenaren en recreatieve verhuur van de molen aan derden.

5.1       Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:935), volgt uit artikel 5:7 van  de Awb dat een besluit tot het opleggen van een preventieve last onder dwangsom slechts kan worden genomen als zich een gevaar voordoet van een overtreding van een concreet bij of krachtens de wet gesteld voorschrift die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal plaatsvinden. De Afdeling is van oordeel dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat die situatie zich hier niet voordoet. De omstandigheden dat [appellant A] en [appellant B] te kennen hebben gegeven voornemens zijn de molen te verhuren voor recreatief verblijf en dat het in hun macht ligt om dat voornemen uit te voeren, is daartoe onvoldoende. Zoals het college onbetwist naar voren heeft gebracht, is niet gebleken van enige concrete handelingen waaruit blijkt dat de molen op korte termijn recreatief zou worden verhuurd.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:4868

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *