4. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat er geen reden is om de boete te matigen. Volgens haar had de rechtbank namelijk in haar oordeel moeten betrekken dat de Wi inmiddels is gewijzigd en dat de nieuwe Wet inburgering 2021 (hierna: de Wi 2021) een lagere boete kent voor het overschrijden van de inburgeringstermijn.
4.1. Uit artikel 54, eerste lid, van de Wi 2021 volgt dat de Wi van toepassing blijft op personen die voor 1 januari 2022 inburgeringsplichtig zijn geworden. De Wi is dus op deze zaak van toepassing. Uit artikel 5:46, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), gelezen in verbinding met artikel 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht vloeit voort dat bij verandering van regels van sanctierecht de voor de overtreder meest gunstige bepalingen moeten worden toegepast.
4.2. Een inburgeringsplichtige die niet tijdig voldoet aan de inburgeringsplicht krijgt onder de Wi een boete opgelegd van maximaal € 1.250,00 (artikel 34, aanhef en onder c, van de Wi). De maximale boete voor het niet tijdig afronden van de vastgestelde leerroute bedraagt onder de Wi 2021 € 1.000,00. De minister heeft er in zijn schriftelijke uiteenzetting op gewezen dat in de Wi het examenonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (ONA) deel uitmaakt van het inburgeringsexamen, terwijl in de Wi 2021 de vergelijkbare module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) een afzonderlijk onderdeel is van de inburgeringsplicht. Wanneer een inburgeringsplichtige het onderdeel MAP niet op tijd behaalt, legt de minister een afzonderlijke boete op van maximaal € 340,00. Hieruit volgt echter niet dat de boete voor [appellante] onder de Wi 2021 gelijk of hoger zou zijn. De Afdeling stelt namelijk vast dat [appellante] vóór 1 januari 2015 inburgeringsplichtig is geworden en dat op grond van artikel 2.10 van het Besluit inburgering, zoals dat besluit luidde tot 1 januari 2022, ONA geen verplicht onderdeel is van haar inburgeringsexamen. Omdat de minister verder niet heeft gemotiveerd dat de wetswijziging desondanks geen betekenis heeft voor de hoogte van de boete, acht de Afdeling een boete van € 1.000,00 in dit geval passend en geboden.
Het betoog slaagt.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:3291
Leave a Reply