Ontvankelijkheid bezwaar
8. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat haar bezwaar tegen het besluit van 27 mei 2021 tot stillegging van de bouw van de mantelzorgwoning ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Ondanks dat [appellante] zich kan verenigen met de opgelegde stillegging van de bouw van de mantelzorgwoning, heeft het college in het besluit van 27 mei 2021 ten onrechte niet gereageerd op alle door haar aangevoerde argumenten om handhavend op te treden.
8.1. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat het college er niet toe was gehouden alle door [appellante] aangevoerde argumenten om handhavend op te treden tegen de bouw van de mantelzorgwoning te bespreken. Nog daargelaten dat het college niet is toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van die argumenten, strekt de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3:46 van de Awb niet zo ver dat het college dat had moeten doen. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat het college het door [appellante] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 27 mei 2021 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Het betoog slaagt niet.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@146467/202305448-1-r2-en-202305471-1-r2/
Leave a Reply