3.2. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3475, is het college bevoegd een boete op te leggen aan elke overtreder van artikel 21 van de Hvw per overtreding. Vaststaat dat [appellante] als feitelijk overtreder van artikel 21, aanhef en onder a, van de Hvw is aan te merken. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college bevoegd was aan haar afzonderlijk een boete van € 13.500,- op te leggen. Het college heeft toegelicht dat de enige reden dat de andere twee personen die in de huurovereenkomst worden genoemd geen boete hebben gekregen is, dat deze niet in Nederland staan ingeschreven omdat ze in Portugal wonen en dat zij in zoverre onvindbaar zijn. Anders dan [appellante] kennelijk veronderstelt zou boeteoplegging aan de andere twee personen geen verschil maken voor de hoogte van de boete die aan haar is opgelegd. De overtreding van [appellante] is dan ook terecht op zichzelf beoordeeld.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@122636/201904240-1-a3/
Leave a Reply