ABRvS 31 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3089 – Ontleding van plegerschap: mag een ontvanger van afval zich verlaten op de (foute) euralcode die de ontdoener opgeeft? Nee: ontvanger is normadressaat en moet zelfstandige check doen.

Print deze pagina

Geen (erkenning) overtrederschap?

6.       Wagro betoogt dat in het bestreden besluit ten onrechte staat dat zij artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden heeft overtreden en dit erkent. Wagro voert aan dat zij zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat zij de euralcode meldt die de ontdoener aan de afvalstroom heeft toegekend, en dat zij onderkent dat ontdoeners niet altijd de juiste euralcode aan een afvalstroom toekennen. Dit komt volgens Wagro niet neer op een erkenning dat zij overtreder is van artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden, want zij is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door de ontdoener vermelde euralcode. Wagro wijst in dat verband onder meer op de Handreiking EURAL van Rijkswaterstaat uit augustus 2019, waarin staat dat de ontdoener verplicht is om de juiste euralcode voor het afval vast te stellen. Wagro meldt die euralcode aan het LMA en mag uitgaan van de juistheid van de code. Als die euralcode onjuist blijkt te zijn, maakt dat dus niet dat zij overtreder is van artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden, aldus Wagro.

6.1.    Artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden luidt:

“Degene die een melding als bedoeld in artikel 10.40, eerste lid, van de [Wm] doet, meldt daarbij tevens de van toepassing zijnde code van de afvalstoffenlijst en het voor de ontvangst van de afvalstoffen verstrekte afvalstroomnummer.”

6.2.    Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college Wagro terecht aangemerkt als overtreder van artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden.

Vast staat dat Wagro degene is die de melding doet als bedoeld in artikel 10.40, eerste lid, van de Wm. Volgens artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden, moet zij dus de “van toepassing zijnde” euralcode melden. Gelet op de tekst van deze bepaling moet Wagro de euralcode melden die daadwerkelijk op de afvalstoffen van toepassing is. Dat is niet per definitie de euralcode die de ontdoener heeft vermeld bij het aanbieden van het afval, want het is mogelijk dat die code niet van toepassing is op het afval. Als Wagro een onjuiste euralcode meldt bij het LMA, overtreedt zij artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden.

Wagro wijst er terecht op dat de ontdoener de van toepassing zijnde euralcode moet vermelden bij de omschrijving van het aan Wagro aangeboden afval. Dit volgt uit artikel 10.39, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wm, in samenhang gelezen met artikel 10, tweede lid, van het Besluit melden. Verder staat inderdaad in onder meer de Handreiking EURAL dat de ontdoener de juiste euralcode moet vaststellen. Dat doet er echter niet aan af dat Wagro op grond van artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden de van toepassing zijnde euralcode moet melden. Zij heeft dus een zelfstandige verantwoordelijkheid. Of Wagro uit eigen beweging een niet van toepassing zijnde euralcode toekent aan een afvalstroom, of louter de door de ontdoener vermelde, niet van toepassing zijnde euralcode overneemt bij de melding aan het LMA, is dus niet van belang voor het antwoord op de vraag of Wagro overtreder is van artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden.

In het bestreden besluit zijn twee gevallen genoemd waarin Wagro een euralcode heeft gemeld die niet van toepassing is. Verder heeft Wagro in onder meer het beroepschrift meegedeeld dat zij de euralcode meldt die de ontdoener aan de afvalstroom heeft toegekend, en dat zij onderkent dat ontdoeners niet altijd de juiste euralcode aan een afvalstroom toekennen. Daarbij heeft Wagro ter zitting meegedeeld dat ‘kleine’ ontdoeners bijvoorbeeld hoveniersbedrijven, het vaststellen van de euralcode lastig vinden en dat Wagro het dan doet. Het college stelt zich dus terecht op het standpunt dat Wagro artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden heeft overtreden. Het college was daarom bevoegd om handhavend op te treden.

Het betoog slaagt niet.

[…]

10.     Wagro betoogt tot slot dat onduidelijk is of zij een dwangsom verbeurt als een toezichthouder vaststelt dat op enig moment niet aantoonbaar gecontroleerd is of de euralcode juist is, of als de toezichthouder achteraf vaststelt dat de gebruikte euralcode niet passend is bij het ontvangen afval.

10.1.  In het besluit staat dat Wagro een dwangsom verbeurt als geconstateerd wordt dat zij niet voldoet aan artikel 3, tweede lid, van het Besluit melden. Daarmee is naar het oordeel van de Afdeling duidelijk dat voor het verbeuren van een dwangsom bepalend is of Wagro, uit informatie die zij had of redelijkerwijs kon hebben, had kunnen opmaken dat de euralcode niet van toepassing is op het afval, en zij niettemin een euralcode bij het LMA heeft gemeld die niet van toepassing is.

De Afdeling geeft Wagro daarbij mee dat zij discussie met het college over de (controle op de) toepasselijkheid van de door haar gemelde euralcode kan voorkomen door bij schijnbare discrepanties tussen (de herkomst van) het afval en de euralcode een notitie te maken van de wijze waarop de controle is uitgevoerd en waarom dat (al dan) niet tot aanpassing van de euralcode noopte.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:3089

 

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *