5.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1542, kan van concreet zicht op legalisatie in het geval van een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu alleen sprake zijn als ten tijde van het besluit een ontvankelijke aanvraag ter legalisatie van de illegale activiteit is ingediend. Zoals de Afdeling voorts eerder heeft overwogen (uitspraak van 1 juli 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BJ1123) is voor concreet zicht op legalisatie niet vereist dat reeds volledig inzicht bestaat in de van de aangevraagde inrichting te duchten milieugevolgen en de ter beperking van deze gevolgen aan een eventueel te verlenen vergunning te verbinden voorschriften. Vereist is in de regel dat een vergunningaanvraag strekkende tot legalisatie van de illegale situatie is ingediend die volgens het bevoegd gezag voldoende gegevens bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de inrichting voor het milieu en dat het bevoegd gezag geen beletselen ziet voor verlening van de gevraagde vergunning.
5.2. In dit geval heeft MAC Lierop haar aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit milieu gewijzigd in die zin dat alleen het gebruik dat wordt beschermd door het overgangsrecht onderdeel uitmaakt van de aanvraag. In zoverre is geen omgevingsvergunning voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo meer vereist.
Zoals de Afdeling bij uitspraak van heden in zaak nr. 201907555/1/R4, ECLI:NL:RVS:2020:2575, heeft overwogen wordt het in deze procedure aangevraagde gebruik dat MAC Lierop maakt van het perceel beschermd door het overgangsrecht. In zoverre bestaat geen reden voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat sprake is van concreet zicht op legalisatie.
5.3. De enkele omstandigheid dat het college binnen één dag na de wijziging van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft beoordeeld of deze wijziging van de aanvraag concreet zicht op legalisatie oplevert, maakt niet dat het besluit van 10 december 2019 reeds daarom voor vernietiging in aanmerking komt. Uit deze termijn alleen blijkt immers niet of het bevoegd gezag voldoende gegevens heeft voor een goede beoordeling van de gevolgen van de inrichting voor het milieu. Daarnaast zijn de onderzoeken die ten grondslag liggen aan deze wijziging van de aanvraag reeds ruim voor deze datum opgesteld en is het college al geruime tijd aan het onderzoeken of en op welke wijze er medewerking kan worden verleend aan de gevraagde activiteiten. De Afdeling ziet verder in het door [appellant] en
5.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1542, kan van concreet zicht op legalisatie in het geval van een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu alleen sprake zijn als ten tijde van het besluit een ontvankelijke aanvraag ter legalisatie van de illegale activiteit is ingediend. Zoals de Afdeling voorts eerder heeft overwogen (uitspraak van 1 juli 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BJ1123) is voor concreet zicht op legalisatie niet vereist dat reeds volledig inzicht bestaat in de van de aangevraagde inrichting te duchten milieugevolgen en de ter beperking van deze gevolgen aan een eventueel te verlenen vergunning te verbinden voorschriften. Vereist is in de regel dat een vergunningaanvraag strekkende tot legalisatie van de illegale situatie is ingediend die volgens het bevoegd gezag voldoende gegevens bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de inrichting voor het milieu en dat het bevoegd gezag geen beletselen ziet voor verlening van de gevraagde vergunning.
5.2. In dit geval heeft MAC Lierop haar aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit milieu gewijzigd in die zin dat alleen het gebruik dat wordt beschermd door het overgangsrecht onderdeel uitmaakt van de aanvraag. In zoverre is geen omgevingsvergunning voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo meer vereist.
Zoals de Afdeling bij uitspraak van heden in zaak nr. 201907555/1/R4, ECLI:NL:RVS:2020:2575, heeft overwogen wordt het in deze procedure aangevraagde gebruik dat MAC Lierop maakt van het perceel beschermd door het overgangsrecht. In zoverre bestaat geen reden voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat sprake is van concreet zicht op legalisatie.
5.3. De enkele omstandigheid dat het college binnen één dag na de wijziging van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft beoordeeld of deze wijziging van de aanvraag concreet zicht op legalisatie oplevert, maakt niet dat het besluit van 10 december 2019 reeds daarom voor vernietiging in aanmerking komt. Uit deze termijn alleen blijkt immers niet of het bevoegd gezag voldoende gegevens heeft voor een goede beoordeling van de gevolgen van de inrichting voor het milieu. Daarnaast zijn de onderzoeken die ten grondslag liggen aan deze wijziging van de aanvraag reeds ruim voor deze datum opgesteld en is het college al geruime tijd aan het onderzoeken of en op welke wijze er medewerking kan worden verleend aan de gevraagde activiteiten. De Afdeling ziet verder in het door [appellant] en anderen aangevoerde geen grond voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat concreet zicht op legalisatie bestaat. Voor zover [appellant] en anderen aanvoeren dat een m.e.r.-beoordeling ontbreekt wijst de Afdeling er op dat een m.e.r.-aanmeldnotitie is overgelegd door MAC Lierop en in zoverre geen grond bestaat voor het oordeel dat de aanvraag om milieuvergunning onvoldoende gegevens bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de aanvraag.
Het betoog faalt.
anderen aangevoerde geen grond voor het oordeel dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat concreet zicht op legalisatie bestaat. Voor zover [appellant] en anderen aanvoeren dat een m.e.r.-beoordeling ontbreekt wijst de Afdeling er op dat een m.e.r.-aanmeldnotitie is overgelegd door MAC Lierop en in zoverre geen grond bestaat voor het oordeel dat de aanvraag om milieuvergunning onvoldoende gegevens bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de aanvraag.
Deze site gaat over het hele handhavingstraject van A tot Z. Van toezichthoudersbevoegdheden, via de last onder dwangsom, naar invordering.
Vragen of opmerkingen?
Mocht je vragen of opmerkingen hebben, schroom niet om mij even te mailen. Ik kan niet beloven dat ik iedere inhoudelijke vraag kan gaan beantwoorden, maar als ik het antwoord zo uit mijn mouw kan schudden voor je help ik je graag verder (tsanders@akd.nl)!
Ik gebruik cookies om de site goed te laten werken en om te zien wat mensen boeiend vinden. Is dat ok wat jou betreft?
Functional
Altijd actief
The technical storage or access is strictly necessary for the legitimate purpose of enabling the use of a specific service explicitly requested by the subscriber or user, or for the sole purpose of carrying out the transmission of a communication over an electronic communications network.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistics
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.The technical storage or access that is used exclusively for anonymous statistical purposes. Without a subpoena, voluntary compliance on the part of your Internet Service Provider, or additional records from a third party, information stored or retrieved for this purpose alone cannot usually be used to identify you.
Marketing
The technical storage or access is required to create user profiles to send advertising, or to track the user on a website or across several websites for similar marketing purposes.
Leave a Reply