Concreet zicht op legalisatie
4. Thema Park B.V. betoogt dat de rechtbank het handhavingsverzoek van 7 januari 2020 te beperkt heeft geïnterpreteerd. Het verzoek gaat over alle activiteiten op het perceel die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het college heeft volgens Thema Park B.V. later alsnog handhavend opgetreden tegen de bedrijfsmatige opslag, maar had dit naar aanleiding van het eerste handhavingsverzoek al moeten doen. Daarom is de rechtbank volgens Thema Park B.V. ten onrechte niet ingegaan op de bedrijfsmatige opslag die volgens Thema Park B.V. in strijd met het bestemmingsplan plaatsvindt.
4.1. Thema Park B.V. betoogt verder dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat er concreet zicht op legalisatie van de nevenactiviteiten van de moskee was op het moment van het besluit van 14 januari 2021. Op 28 mei 2020 heeft de moskee een omgevingsvergunning aangevraagd voor onbepaalde tijd. De omgevingsvergunning is op 25 februari 2022 verleend voor 3 jaar. Op het moment van het besluit van 14 januari 2021 wist het college al dat het geen omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd zou verlenen.
4.2. De rechtbank en het college hebben het handhavingsverzoek, in tegenstelling tot wat Thema Park B.V. betoogt, correct geïnterpreteerd. Het handhavingsverzoek van 7 januari 2020 benoemt namelijk “diverse maatschappelijke activiteiten”, en niet bedrijfsmatige opslag. Bovendien heeft Thema Park B.V. zelf ook niet eerder in de procedure naar voren gebracht dat haar verzoek meer zou omvatten. Ten slotte heeft het college op de zitting toegelicht dat het latere handhavend optreden niet gaat over tijdelijke opslag voor derden, maar over detailhandelsactiviteiten die pas bij een latere controle zijn vastgesteld. Het college had daarom – los van het verzoek – ook geen aanleiding om al eerder handhavend op te treden.
4.3. De rechtbank heeft daarnaast terecht geoordeeld dat op het moment dat het besluit van 14 januari 2021 is genomen concreet zicht op legalisatie bestond van de activiteiten die in strijd zijn met het bestemmingsplan, waaronder vergaderingen, workshops en opslag. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 17 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1937, is daarvoor vereist dat ten minste al een begin is gemaakt met de procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor dat gebruik. Dat is hier het geval. De moskee heeft namelijk de aanvraag om omgevingsvergunning op 28 mei 2020 ingediend; ruim voor dat het besluit van 14 januari 2021 werd genomen. Dat de ruimtelijke onderbouwing niet in een keer volledig is ingediend en dat de vergunning uiteindelijk voor een periode van drie jaar is verleend, doet daar niet aan af. In tegenstelling tot wat Thema Park B.V. betoogt, blijkt uit de aanvraag om omgevingsvergunning bovendien dat de aanvraag ook betrekking heeft op het opslaan van materialen voor de moskee en bevat de verleende omgevingsvergunning ook de activiteit opslag.
Leave a Reply