ABRvS 6 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4539 – praktische onuitvoerbaarheid lozingsnorm is probleem van de melder – moet je maar vragen om aanpassing.

Print deze pagina

De overtredingen op 2 juli 2021 en 7 juli 2021

7.       Naar aanleiding van de geconstateerde overtreding op 2 juli 2021  heeft het college opnieuw aan de gemeente medegedeeld dat als er weer een onderschrijding wordt geconstateerd er (spoed)bestuursdwang toegepast zal worden. Vervolgens is na constatering van een overtreding op 7 juli 2021 niettemin wederom van handhavend optreden afgezien. Het college stelde zich toen op het standpunt dat de onderschrijding zeer lokaal en van korte duur is geweest en de te beschermen doelen niet in gevaar zijn geweest en heeft geconcludeerd dat er op basis van de beschikbare gegevens onvoldoende aanleiding is om handhavend op te treden. Dit is niet neergelegd in een besluit. Bij brief van 9 juli 2021 is aan de gemeente volstaan met een bestuurlijke waarschuwing naar aanleiding van de geconstateerde overtredingen op 2 juli 2021 en 7 juli 2021.

7.1.    De Afdeling stelt onder verwijzing naar het bovenstaande vast dat er meermaals een overtreding is geconstateerd en het college de gemeente meermaals heeft aangezegd bij een volgende onderschrijding handhavend te zullen optreden door het toepassen van bestuursdwang.

De last onder dwangsom die op 2 juli 2021 is opgelegd, strekte evenwel alleen tot het reduceren van de werkzaamheden buiten de werkuren en het weekend. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat een onderschrijding van de GLG tijdens werkuren ook een overtreding opleverde, zodat de op 2 juli 2021 opgelegde last, en het besluit tot afwijzing van het tweede handhavingsverzoek van 12 juli 2021 te beperkt was.

In de omstandigheid dat de in de melding gestelde GLG-waarde volgens het college te streng was en het in de praktijk niet werkbaar was om te allen tijde aan deze norm te voldoen, ziet de Afdeling geen bijzondere omstandigheid om van handhavend optreden af te zien. Deze norm is door het gemeente, na overleg met het college, in de melding opgenomen. In de reactie op de melding heeft het college geen aanleiding gezien om op dit punt van de melding af te wijken. Het had in dit geval op de weg van het college gelegen om, nadat het tot de conclusie was gekomen dat die norm praktisch onuitvoerbaar was, daarover in overleg te treden met de gemeente zodat, bijvoorbeeld, de melding zou worden aangepast. Van concreet zicht op legalisatie is verder in het algemeen pas sprake als legalisatie voldoende aannemelijk is. Het college heeft niet geconcretiseerd op welke wijze in dit geval de overtreding gelegaliseerd kon worden. Gelet hierop is van een concreet zicht op legalisatie niet gebleken.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:4539

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *