Beoordeling door de Afdeling
– Beoordelingskader
3.4. Het noodbevel houdt een gebiedsverbod in dat ook betrekking heeft op de woning van [appellant sub 2]. Het in artikel 10, eerste lid, van de Grondwet gegarandeerde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer wordt daardoor beperkt. Uit artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet volgt dat de burgemeester bij de toepassing van zijn bevoegdheid om een noodbevel te geven van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften kan afwijken. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling (Kamerstukken II, 1985/86, 19 403, nr. 3, blz. 150-151, en Kamerstukken II, 1988/89, 19 403, nr. 10, blz. 97-99) volgt echter dat beperkingen op de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering en betoging met een noodbevel kunnen zijn toegestaan. Het beperken van andere grondrechten mag in beginsel niet met een noodbevel.
3.5. De burgemeester beoogt met het gebiedsverbod een beschieting van de woning van [appellant sub 2] te voorkomen om het leven van de gezinsleden en omwonenden te beschermen. In artikel 2, eerste lid, van het EVRM is het recht op leven neergelegd. Uit deze bepaling volgt dat de staat de positieve verplichting heeft om geschikte stappen te nemen om het recht op leven van individuen binnen zijn rechtsmacht te beschermen. (Zie onder meer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Kiliç tegen Turkije, arrest van 28 maart 2000, ECLI:CE:ECHR:2000:0328JUD002249293, en Osman tegen het Verenigd Koninkrijk, arrest van 28 oktober 1998, ECLI:CE:ECHR:1998:1028JUD002345294.) Daartoe behoren verplichtingen om preventieve maatregelen te nemen ter bescherming van het leven van individuele personen indien zij het gevaar lopen slachtoffer te worden van (strafbare) handelingen van anderen of indien er een concrete indicatie bestaat van een risico voor een levensbedreigende situatie waarmee een inbreuk ontstaat op het recht op leven. Om gevolg te geven aan de positieve verplichting om in concrete en levensbedreigende situaties preventief op te treden, is aanvaardbaar dat daarbij gebruik wordt gemaakt van de noodbevelsbevoegdheid van artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet, ook als daarbij het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer wordt beperkt. Daarbij geldt als voorwaarde dat het noodbevel aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit voldoet.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@123486/201901852-1-a3/
Leave a Reply