3. Wat betreft het verzoek van [appellante] aan de Afdeling om de vergunning zodanig aan te passen dat ontsluiting slechts via de noordzijde mag plaatsvinden, overweegt de Afdeling als volgt. De Afdeling is niet bevoegd om in het kader van deze procedure de omgevingsvergunning voor de inrichting aan te passen. Hier ligt slechts de vraag voor of het college terecht het handhavingsverzoek van [appellante] heeft afgewezen. Het verzoek van [appellante], wat daar overigens ook van zij, valt dan ook buiten de omvang van dit geding.
Ook de vraag of in strijd met het bestemmingsplan wordt gehandeld valt buiten dit geding, nu het handhavingsverzoek daar niet op zag. [appellante] heeft het college immers verzocht om handhavend op te treden tegen het handelen in strijd met de verleende vergunning. Eerst na het primaire besluit van 21 november 2019 heeft [appellante] het college daar om verzocht. Deze aanvulling van het handhavingsverzoek is te laat gedaan om in deze procedure aan de orde te kunnen komen. De reikwijdte van een handhavingsverzoek kan namelijk na het primaire besluit niet meer worden uitgebreid. In dat geval zal er, desgewenst, een nieuw verzoek om handhaving moeten worden gedaan.
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@123449/202001089-1-r4/
Leave a Reply