ABRvS 9 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4085 – Goirlse koperdief uitspraak wordt vernietigd – het is wel aannemelijk dat de dief zijn werktuigen over openbaar gebied heeft gebracht.

Print deze pagina

Beoordeling van het hoger beroep

7.       Het betoog van het college slaagt. De Afdeling stelt vast dat het proces-verbaal van de politie een deugdelijke, controleerbare vaststelling van de feiten bevat op grond waarvan het college terecht geconcludeerd heeft dat [appellant] de werktuigen op een openbare plaats heeft vervoerd. Uit het op ambtseed en ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal blijkt dat [appellant] in het slooppand staande is gehouden waarna bij fouillering in zijn broekzak een schroevendraaier en een zaklamp zijn aangetroffen. Nu [appellant] niet woont op de plaats waar hij is aangetroffen, heeft het college uit deze feiten en omstandigheden kunnen concluderen dat [appellant] deze werktuigen over de openbare weg bij zich heeft gehad of heeft vervoerd om ermee bij het slooppand aan te komen. [appellant] heeft geen alternatieve verklaring naar voren gebracht die deze conclusie weerlegt. [appellant] heeft weliswaar verklaard dat hij de kniptang en metalen in het slooppand heeft verzameld, maar over de schroevendraaier en de zaklamp die in zijn broekzak zijn aangetroffen heeft hij dat niet verklaard.

8.       Verder heeft het college de werktuigen, zijnde een schroevendraaier en zaklamp, waarmee [appellant] is aangetroffen redelijkerwijs kunnen aanmerken als inbrekerswerktuigen. Bij de beoordeling of werktuigen kunnen worden aangemerkt als inbrekerswerktuigen, heeft de Afdeling in eerdere uitspraken geoordeeld dat de omstandigheden van het geval van belang zijn, waaronder de tijd en plaats waarop de werktuigen zijn aangetroffen. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 10 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1476. Uit het proces-verbaal blijkt dat de werktuigen omstreeks 03:20 uur bij [appellant] zijn aangetroffen terwijl hij zich in een slooppand bevond. Ook is in het proces-verbaal gerelateerd dat in de gemeente Goirle vaker wordt ingebroken bij slooppanden om daaruit oud ijzer en dergelijke te halen. De verbalisanten zagen daarnaast op de grond afgeknipte koperen leidingen, afgesneden lood en elektrakabels liggen. Gelet op de aard en combinatie van de aangetroffen werktuigen, het tijdstip en de plaats waar [appellant] is aangetroffen heeft het college de werktuigen redelijkerwijs kunnen aanmerken als inbrekerswerktuigen. Het college heeft ook aannemelijk gemaakt dat [appellant] deze inbrekerswerktuigen over de openbare weg heeft vervoerd. Op grond daarvan heeft het college terecht geconcludeerd dat [appellant] artikel 2:44, eerste lid, van de APV, heeft overtreden. Hiervoor mocht het college een last onder dwangsom opleggen. De rechtbank is ten onrechte tot een andere conclusie gekomen.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:4085

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *