“4.3. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat titel 5.2 van de Awb geen verplichting bevat om de betrokkene in de gelegenheid te stellen tot het ter plekke doen uitvoeren van een contra-expertise (zie onder meer de uitspraak van het College van 23 juni 2015, ECLI:NL:CBB:2015:218). Appellante voert hiertegen aan dat de rechtbank niet is ingegaan op haar betoog dat, onder verwijzing naar een annotatie bij de hiervoor genoemde uitspraak van het College, het niet bieden van die mogelijkheid een schending oplevert van het zorgvuldigheidsbeginsel en het recht op eerlijke procesvoering. Alhoewel de rechtbank beide beginselen niet expliciet noemt, gaat zij hier in overweging 2.2 volgens het College voldoende op in en oordeelt zij dat appellante voldoende mogelijkheden had om het feitenmateriaal te toetsen en tegen te spreken. Van een motiveringsgebrek is daarom geen sprake. Ook het College is van oordeel dat appellante voldoende mogelijkheden heeft gehad om zich te verdedigen. Op het moment van de constatering van de overtreding was een medewerker van appellante aanwezig, zodat het mogelijk was ter plekke een contra-expertise te laten uitvoeren door een dierenarts in te schakelen. De stelling van appellante dat de toezichthouder had verklaard dat deze kwestie met een ‘sisser’ zou aflopen is niet onderbouwd en ook door verweerder betwist. Het lag dan ook op de weg van appellante om de camerabeelden bewaard te houden.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2021:1079
Leave a Reply