Cautie tijdig gegeven?
5.1
Appellante voert in hoger beroep verder aan dat [naam 3] meermaals is benaderd voor het opvragen van documentatie en stukken zonder hem al de cautie te geven. Dat had wel gemoeten volgens appellante. Verder voert appellante aan dat [naam 3] niet bevoegd zou zijn om namens appellante stukken te verstrekken of te worden gehoord. Het had op de weg van de minister gelegen om appellante zelf te vragen om nadere stukken te verstrekken.
5.2
Naar het oordeel van het College heeft de minister niet in strijd gehandeld met artikel 5:10a van de Awb door [naam 3] niet al de cautie te geven bij het opvragen van stukken. Op dat moment was geen sprake van verhoor van [naam 3] , maar louter van het opvragen van documenten die appellante sowieso verplicht is aan de toezichthouder te overhandigen als daarom gevraagd wordt. Mede daarom valt niet in te zien dat [naam 3] niet bevoegd zou zijn om namens appellante stukken te verstrekken of te worden gehoord. Appellante heeft geen rechtsregel ingeroepen die tot dat rechtsgevolg zou kunnen leiden. Of [naam 3] bevoegd is appellante in rechte te vertegenwoordigen is niet relevant voor de vraag of hij namens appellante kan voldoen aan een inlichtingenplicht. Evenmin is dat van belang voor de vraag of de toezichthouder hem als werknemer van appellante mag horen omtrent de gang van zaken rond mesttransporten waarbij hij als planner is betrokken. De hogerberoepsgrond slaagt niet.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CBB:2022:762
Leave a Reply