6.4
Op grond van artikel 5:51, eerste lid, van de Awb beslist het bestuursorgaan, indien van een overtreding een rapport is opgemaakt, binnen dertien weken na dagtekening van het rapport omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete. In beide boetezaken is deze termijn overschreden. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen is dit een termijn van orde en bestaat in de overschrijding daarvan geen aanleiding om de boetes te matigen, nu niet is gebleken dat [naam 1] door overschrijding van deze termijn in haar belangen en/of bewijspositie is geschaad. Zoals de minister ook heeft uiteengezet moet op grond van het interne beleid van de NVWA op een boete wel een korting worden toegepast van 10% als meer dan zeven maanden zijn verstreken tussen de datum van de overtreding en het op de hoogte brengen van de overtreder. In boetezaak I is deze termijn overschreden en had dus een korting op de boete moeten worden toegepast van 10%. Dat betekent dat in boetezaak I de boete had moeten worden vastgesteld op € 1350,- (€ 1.500,- – 10%). In boetezaak II is die termijn van zeven maanden niet overschreden, zodat geen aanleiding bestaat die boete om die reden te matigen.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:CBB:2024:732
Leave a Reply