Dit onderzoek beoogt een geïntegreerd en volledig beeld gegeven van de effectuering van bestuurlijke geldelijke sancties onder de vierde tranche van de Awb. Daarbij is het proces van besluit om in te vorderen tot de executie van het dwangbevel volledig in beeld gebracht. De knelpunten in de regeling zijn geïdentificeerd en waar mogelijk heb ik oplossingen aangedragen die praktisch, effectief en evenredig zijn met het oog op de belangen van de verschillende bij handhaving betrokken partijen (de overheid, de overtreder en de derde-belanghebbende). Alles overziend is mijn conclusie dat de regeling in de Awb voor de invordering van bestuurlijke geldelijke herstelsancties voldoet aan mijn criteria van praktisch, effectief en evenredig en slechts een beperkt aantal knelpunten heeft. De regeling kan echter nog worden verbeterd (lees: nog praktischer, effectiever en evenrediger gemaakt worden) door de door mij gesignaleerde knelpunten te ondervangen. Daarbij zijn zowel wetgever als bestuursrechter aan zet.
Download
Download