Rb. Overijssel 25 maart 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:1566 – LoD vanwege onttrekken weg aan de openbaarheid onderuit: handhaving onevenredig ivm financiële belangen overtreder en alternatief.

Print deze pagina

15. De rechtbank onderschrijft het standpunt van het college dat sprake is van een doorlopende overtreding en dat de overtreding niet van geringe aard en ernst is. Het standpunt van het college dat het gebruiken van de handhavingsbevoegdheid in deze zaak niet onevenredig is, onderschrijft de rechtbank evenwel niet. De rechtbank legt dit hierna uit.

15.1.De rechtbank onderschrijft het standpunt van het college dat eisers wisten dan wel hadden moeten weten dat de delen van [adres 2] die over hun weilanden lopen, openbaar in de zin van de Wegenwet zijn. De [adres 2] is sinds geruime tijd (sinds 1934) op de legger gebracht en is daarmee in ieder geval sinds 1934 een openbare weg. Dat er niet zo veel wandelaars/fietsers van deze weg gebruik maakten, doet er niet aan af dat dit gebruik wel plaatsvond. Dit volgt ook uit de verklaring van informant Welhuis tijdens de eerste zitting. Hij heeft verklaard dat hij heeft gezien dat wandelaars teruggingen omdat zij het pad /de weg niet meer konden vervolgen. Dit betekent dat eisers hun bedrijfsvoering hebben aangepast, wetende dat dit alleen mogelijk zou zijn door het onttrekken van de bewuste weggedeelten aan het openbaar verkeer. Hiermee hebben zij extra inkomsten kunnen genereren, die zij wellicht niet hadden gehad als zij de weggedeelten niet bij hun weilanden hadden getrokken. Het wegnemen van dit toegeëigende bedrijfsvoordeel is naar het oordeel van de rechtbank (in beginsel) niet onevenredig.

15.2.Desondanks vindt de rechtbank dat het college in redelijkheid het algemene belang bij het toegankelijk houden van delen van de [adres 2] ten behoeve van het handhaven van het recreatieve routenetwerk, niet zwaarder heeft mogen laten wegen dan de financiële bedrijfsbelangen van eisers.

15.2.1.De rechtbank overweegt hiertoe allereerst dat zij onderkent dat de belangen van zowel eisers als van het college (erg) groot zijn.

Eisers zijn bang dat hun koeien niet meer conform de weidegang-eisen zullen uitwaaieren over de weilanden omdat de koeien onrustig worden van wandelaars met honden en/of fietsers en daarom maar vlak bij hun stal blijven. De financiële gevolgen voor eisers bij het verliezen van de toeslag zijn naar het oordeel van de rechtbank groot. Betwijfeld moet worden of de agrarische bedrijfsvoering nog wel rendabel is zonder deze toeslag.

Daar tegenover staat het belang van het college. Het college behartigt het algemeen belang en daaronder valt het waarborgen c.q. het realiseren van de juiste randvoorwaarden om te komen tot een goed woon-, leef- en werkklimaat voor alle inwoners, waaronder de lokale ondernemers. Dit zijn alle ondernemers binnen de gemeentegrenzen, en niet alleen agrarische ondernemers. In de vrijetijdseconomie gaat veel geld om en het bevorderen ervan resulteert in extra inkomsten voor de lokale middenstand, horeca en verblijfsrecreatieve sector. Om Losser aantrekkelijk te maken en te houden voor dagjesmensen en toeristen, is een goede recreatieve infrastructuur, zoals een netwerk van recreatieve wandel- en fietspaden, essentieel. Het belang van het college bij het behouden van de [adres 2] (en de [adres 1]) voor de recreatieve infrastructuur is naar het oordeel van de rechtbank eveneens groot.

15.2.2.Eisers hebben in bezwaar een alternatieve route voorgesteld waar gewandeld en gefietst kan worden. De eisende partijen in deze drie beroepszaken hebben toegezegd dat zij alle medewerking zullen verlenen aan het daadwerkelijk realiseren van dit alternatief en dat zij de kosten voor het eventueel moeten realiseren van een lus, met zijn drieën zullen betalen. Dat dit alternatief geen gelijkwaardig alternatief is, zoals het college heeft betoogd, neemt niet weg dat er wel een alternatief is. Door realisatie van dit alternatief is het mogelijk het recreatieve routenetwerk te handhaven. Dat er hierdoor delen van dit netwerk recreatief gezien minder interessant zijn, en daardoor wellicht minder toeristen zal aantrekken, staat naar het oordeel van de rechtbank niet in verhouding tot de grote financiële gevolgen voor eisers.

De belangenafweging die het college in het bestreden besluit heeft gemaakt, kom erop neer dat het college onverkort vasthoudt aan een netwerk met een hogere recreatieve waarde (in plaats van genoegen te nemen met een netwerk met een lagere recreatieve waarde) waardoor eisers mogelijk geconfronteerd worden met een inkomensverlies waardoor hun bedrijfsvoering niet meer rendabel zal zijn.

Naar het oordeel van de rechtbank pakt deze belangenafweging dermate onevenredig voor eisers uit, dat het college in redelijkheid niet tot deze belangenafweging heeft kunnen komen. Dit is in strijd met artikel 3:4 van de Awb.

15.3.Deze beroepsgrond slaagt. De rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen wegens strijd met artikel 3.4 van de Awb.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBOVE:2024:1566

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *