10.3. Voor zover [verzoekers] wijzen op de ingediende aanvraag voor de omgevingsvergunning en het verzoek om de bestemming te wijzigen, overweegt de voorzieningenrechter dat deze zijn ingediend na de beslissing op bezwaar van 28 februari 2024. Alleen al daarom kunnen dit verzoek en deze aanvraag niet tot een concreet zicht op legalisatie leiden. Voor zover [verzoekers] aanvoeren dat het college in het verleden zelf plannen had om de bestemming te wijzigen, wijst de voorzieningenrechter erop dat er geen ontwerpbestemmingsplan, of ontwerpwijziging voor het omgevingsplan ter inzage is gelegd. Om die redenen ziet de voorzieningenrechter in wat is aangevoerd voorlopig geen reden om te oordelen dat de rechtbank tot de conclusie had moeten komen dat vanwege een concreet zicht op legalisatie van handhavend optreden had moeten worden afgezien.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:3040
Leave a Reply