6.38
Ik kom dan ook tot de conclusie dat slechts een afwegingskader kan worden geformuleerd waarin de hiervoor geïdentificeerde elementen moeten worden gezien als factoren die binnen dit kader, per wettelijk voorschrift moet worden beoordeeld. Of de strafrechter gehouden is zelfstandig onderzoek te doen naar (bepaalde aspecten van) de rechtmatigheid van een besluit hangt dan af van de betekenis, van de aard en achtergrond van de strafbepaling, de zwaarte van de strafbedreiging en van de vraag of het gaat om een misdrijf of overtreding, de betekenis van het besluit binnen de delictsomschrijving, de wijze van tot stand komen van het besluit en de aard en omvang van de gevolgen van het besluit voor de verdachte. Daarbij zijn deze factoren naar mijn mening onderdeel van de overkoepelende vraag in hoeverre het noodzakelijk is dat geen veroordeling kan volgen zonder dat ten minste één rechter de rechtmatigheid van alle onderdelen van de delictsomschrijving heeft beoordeeld en de strafrechter dus zo nodig aanvullende rechtsbescherming dient te bieden aan de verdachte.
[…]
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:PHR:2024:614
Leave a Reply