ABRvS 15 april 2020 – ECLI:NL:RVS:2020:1063 – curator is niet persoonlijk aansprakelijk voor kosten van bestuursdwang na faillissement

Print deze pagina

3.    Deze zaak gaat in wezen over de vraag wat het betekent wanneer een curator wordt gelast om uit het bestuursrecht voortvloeiende verplichtingen na te leven.

Zoals de Afdeling onder meer in haar uitspraak van 26 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:598 heeft geoordeeld, zijn uit het bestuursrecht voortvloeiende verplichtingen na een faillissement, verplichtingen van de boedel en niet van de failliete persoon. De failliete persoon heeft immers geen zeggenschap meer over het vermogen.

In plaats daarvan is de curator in zijn hoedanigheid van beheerder van de boedel verantwoordelijk voor de naleving van de uit het bestuursrecht – in de huidige zaak uit de Woningwet – voortvloeiende verplichtingen van de boedel. [appellant] kan los van zijn hoedanigheid van curator niet als overtreder worden aangemerkt. [appellant] in persoon vertegenwoordigt de boedel immers niet. Dit betekent dat de kosten van de bestuursdwang uitsluitend op de boedel kunnen worden verhaald, en niet op [appellant] in persoon. Zoals de Afdeling in haar uitspraak van 23 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2728, heeft geoordeeld, zijn zowel kosten om aan de last te voldoen, als kosten die worden verhaald omdat tot toepassing van de bestuursdwang is overgegaan, boedelschulden.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@120796/201904308-1-a1/

Print deze pagina