ABRvS 15 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:616 – geluidsopname onbemande geluidsmeter hoeft alleen op verzoek aan de overtreder te worden verstrekt. Geen verplichting om die ambtshalve te verstrekken.

Print deze pagina

De geluidmeting

4. De vereniging betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het zorgvuldigheidsbeginsel met zich brengt dat het college de vereniging in de gelegenheid had moeten stellen om de geluidopnamen, die gebruikt zijn om het akoestisch rapport op te stellen, te beluisteren. Zij verwijst in dat verband naar de uitspraak van de Afdeling van 14 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3700.

Verder betoogt de vereniging dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college heeft aangetoond dat de overschrijding van het maximaal toegestane geluidsniveau specifiek is toe te schrijven aan het geblaf van honden. Omdat de relevante geluidmetingen met een onbemande geluidmeter zijn uitgevoerd, is volgens de vereniging niet uitgesloten dat die overschrijding is veroorzaakt door menselijk stemgeluid dat op grond van artikel 2.18, eerste lid, onder a, van het Activiteitenbesluit buiten beschouwing moet worden gelaten. Het akoestisch rapport kan daarom niet ten grondslag worden gelegd aan het besluit tot invordering, zo betoogt de vereniging.

4.1. In het akoestisch rapport staat dat in de periode van 4 juli 2020 tot en met 14 juli 2020 met een onbemande geluidmeter geluidmetingen zijn uitgevoerd. Die geluidmeter is bij de woning aan de Gemondsedijk 6 geplaatst. De meetdata en bijbehorende geluidopnames zijn vervolgens geanalyseerd. De resultaten en conclusie van die analyse zijn neergelegd in het akoestisch rapport. In het rapport is geconcludeerd, zoals gezegd, dat de grenswaarde voor het maximaal geluidsniveau uit artikel 2.17, eerste lid, van het Activiteitenbesluit op donderdagavond 9 juli 2020 en dinsdagavond 14 juli 2020 tot 5 dB is overschreden door het geblaf van honden.

4.2. In de uitspraak van de Afdeling van 14 november 2018, waar de vereniging naar heeft verwezen, heeft de Afdeling overwogen dat het zorgvuldigheidsbeginsel met zich brengt dat als onbemande metingen aan een belastend besluit ten grondslag worden gelegd, de vermeende overtreder, op verzoek, in de gelegenheid dient te worden gesteld om de desbetreffende geluidopname te beluisteren en analyseren. Niet in geschil is dat de vereniging een verzoek als hier bedoeld in bezwaar, beroep, noch in hoger beroep bij het college heeft ingediend. Het zorgvuldigheidsbeginsel strekt niet zo ver dat het college uit eigen beweging de geluidopnamen aan de vereniging had moeten verstrekken. Dat de vereniging, zoals zij op de zitting heeft gesteld, pas bekend werd met de geluidopnamen op de zitting bij de rechtbank acht de Afdeling niet aannemelijk, omdat in het invorderingsbesluit staat dat geluidmetingen zijn verricht en het akoestisch rapport als bijlage bij dat besluit is bijgevoegd.

In zoverre slaagt het betoog niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:616

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *