ABRvS 21 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2402 – sluiting kelderbox ogv 175 Gemeentewet niet mogelijk omdat er geen levensgevaar bestond voor omwonenden.

Print deze pagina

Welke bepalingen van de Gemeentewet zijn toegepast?

6.       De burgemeester heeft haar bevoegdheid om de woning te sluiten aanvankelijk gebaseerd op de artikelen 172, derde lid, 174a, eerste lid, en artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet. In hoger beroep heeft de burgemeester de grondslag van artikel 172, derde lid, ingetrokken. De burgemeester bevestigde op de zitting desgevraagd dat zij de artikelen 174a, eerste lid, en artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet als grondslag voor het besluit handhaaft.

Wanneer kan artikel 174a worden toegepast?

7.       Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om een woning te sluiten als zich door gedragingen in de woning ernstige overlast voordoet rond de woning waardoor de openbare orde wordt verstoord. In een eerdere uitspraak (zie de uitspraak van 16 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP4697) heeft de Afdeling uitgelegd wanneer de burgemeester dit artikel kan inzetten. Dat kan als aan de hand van concrete, objectieve en verifieerbare gegevens moet worden vastgesteld dat de gedragingen zich in de woning voordoen, er langdurige overlast is die zich met grote regelmaat voordoet en die maatschappelijk onaanvaardbare vormen heeft aangenomen. Verder vergt verstoring van de openbare orde overlast waardoor de veiligheid en de gezondheid van mensen in de directe omgeving van de woning in ernstige mate worden bedreigd en geeft de overlast risico’s voor de omgeving die te vergelijken zijn met drugsoverlast. Deze uitleg van de Afdeling sluit aan bij wat de wetgever wilde toen artikel 174a in de Gemeentewet is opgenomen (zie Kamerstukken II 1996/97, 24 699, nrs. 5 en 7).

Waarom kon de burgemeester artikel 174a niet toepassen?

8.       De Afdeling realiseert zich dat plofkraken ernstige strafbare feiten zijn die veel maatschappelijke impact hebben. Zij heeft daarom begrip voor de behoefte van de burgemeester om het signaal af te geven dat daartegen ook vanuit het bestuurlijk oogpunt van de bestrijding van die maatschappelijke effecten en vanwege de gevoelens van onveiligheid die ermee gepaard gaan, wordt opgetreden. Daarbij is de burgemeester vanzelfsprekend gebonden aan de mogelijkheden die de wet, in dit geval de Gemeentewet, haar geeft en aan de bedoeling die de wetgever heeft gehad bij het vaststellen van de regels.

De Afdeling vindt anders dan de rechtbank dat in dit geval de openbare orde in de omgeving van de woning niet is verstoord door de handelingen die in de kelderbox zijn verricht en de materialen die daar zijn aangetroffen. Uit de politierapportages blijkt namelijk niet dat sprake was van langdurige overlast die zich met grote regelmaat voordeed en die maatschappelijk onaanvaardbare vormen aannam, vergelijkbaar met drugsoverlast. Zowel in de periode voor het politieonderzoek als erna zijn er geen meldingen gedaan over activiteiten of personen in de woning of de kelderbox. Ook zijn er geen ontploffingen of andere incidenten in de kelderbox geweest. De onrust onder de bewoners van de andere appartementen is ontstaan met de ontruiming van de kelderbox op 12 juli 2019. Uit de observaties van de politie blijkt bovendien dat er geen andere personen zijn geweest die de kelderbox na de aanhouding van de zoon bezochten of die zich ophielden in de omgeving ervan. Dat er een loop naar de kelderbox was of dat in de kelderbox in groepsverband is gewerkt aan het vervaardigen van pizzaschuiven is dus niet aannemelijk gemaakt. De enkele aanwezigheid van illegale explosieve materialen – hoe ernstig ook – kan op zichzelf niet worden aangemerkt als langdurige overlast en daarmee ook niet als een verstoring van de openbare orde zoals bedoeld in artikel 174a van de Gemeentewet. Daar komt bij dat ten tijde van de sluiting de explosieve materialen niet meer in de woning waren. Het gegeven dat tijde van de sluiting onbekend was hoe lang de zoon in hechtenis zou blijven, maakt het vorenstaande niet anders.

Aan de voorwaarden om artikel 174a toe te passen, is daarom niet voldaan.

Wanneer kan artikel 175 worden toegepast?

9.       Dit artikel biedt de burgemeester de bevoegdheid om in het geval van een noodsituatie die een zeer ernstige inbreuk maakt op de openbare orde en veiligheid in de gemeente, snel en adequaat te handelen. Wat een noodsituatie is, kan zeer verschillend zijn en moet per geval worden beoordeeld.

Waarom kon de burgemeester artikel 175 niet toepassen?

10.     De Afdeling is van oordeel dat nu de explosieve materialen niet langer in de kelderbox aanwezig waren ten tijde van de sluiting van de woning er geen sprake meer was van een noodsituatie. Dat wat de zeer ernstige inbreuk op de openbare orde maakt, de aanwezigheid van het explosieve materiaal, was namelijk op 12 juli 2019 al weggehaald. Bovendien zat degene die het materiaal naar de kelderbox had gebracht en daar had bewerkt, de zoon, op het moment van de sluiting nog in voorlopige hechtenis. Hij kon dus geen nieuwe explosieve materialen naar de kelderbox brengen. Zoals hiervoor ook overwogen is niet vastgesteld dat er andere personen toegang hadden tot de kelderbox en daarvan gebruik maakten. Onder deze omstandigheden was er dus geen acuut (levens)gevaar voor de bewoners van de omringende woningen. De vergelijking door de burgemeester met de uitspraak van de Afdeling van 9 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2839 gaat niet op. In die zaak was het gevaarveroorzakende element niet weg en mocht om die reden de woning in dat geval worden gesloten. Dit betekent dat de burgemeester in het onderhavige geval niet de mogelijkheid had om een noodbevel op grond van artikel 175 Gemeentewet uit te vaardigen.

Het betoog van [appellante] slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:2402
Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *