ABRvS 24 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1707 – Zakelijk gerechtigde ook belanghebbende bij handhaving tegen hek waarmee toegang wordt beperkt.

Print deze pagina

Is [appellant] belanghebbende?

5.       [appellant] betoogt dat de rechtbank hem ten onrechte niet als belanghebbende heeft aangemerkt bij zijn verzoek om handhavend op te treden tegen hekwerk 1B. Hij stelt gevolgen van enige betekenis van dit hekwerk te ondervinden vanwege het zicht dat hij erop heeft, de invloed op zijn woon- en bedrijfsklimaat en het feit dat hij dagelijks langs het hekwerk rijdt. Ook verhindert het hekwerk de vrije doorgang tot de dijk als vluchtroute en is de energiemeter van zijn woning in het transformatorhuisje op perceel 8468 niet meer te bereiken. Hij stelt dat hij in lijn met de uitspraak van de Afdeling van 10 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:449, het voordeel van de twijfel behoort te krijgen, mede gelet op de vele soortgelijke overtredingen begaan door NSV in zijn directe omgeving.

5.1.    Artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) bepaalt dat onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 15 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1671, wordt belanghebbendheid in beginsel bij besluiten krachtens de Wabo aangenomen bij bewoners en eigenaren, en ook bij anderszins zakelijk of persoonlijke gerechtigden van een perceel dat grenst aan het perceel waarover het besluit gaat of dat gelijk te stellen is met een aangrenzend perceel. Bij dergelijke percelen wordt ervan uitgegaan dat feitelijke gevolgen, indien die zich voordoen, in beginsel van enige betekenis zijn.

5.2.    Vast staat dat hekwerk 1B onder meer op perceel 8468 staat. Vast staat ook dat dit perceel grenst aan perceel 8481. Verder staat vast dat ten behoeve van de toegang tot de percelen van [appellant A] een erfdienstbaarheid geldt ten laste van onder meer perceel 8481. Gelet hierop en de hiervoor onder 5.1 genoemde rechtspraak heeft [appellant] als zakelijk gerechtigde tot perceel 8481 een rechtstreeks betrokken belang bij zijn verzoek om handhavend op te treden in de zin van artikel 1:2 van de Awb. Dat er zich geen feitelijke gevolgen kunnen voordoen in welk geval de hiervoor genoemde rechtspraak niet van toepassing zou zijn, is niet gebleken. De conclusie is dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat [appellant] geen belanghebbende is bij zijn verzoek om handhavend op te treden.

Het betoog slaagt.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2024:1707

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *