ABRvS 24 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:631 – sluitingsbevel wegens beschieting moet altijd einddatum bevatten.

Print deze pagina

5.1.    Gelet op het evenredigheidsbeginsel mogen de voor [wederpartij] nadelige gevolgen van de sluiting van zijn bedrijfspand niet in een onevenredige verhouding staan tot het algemeen belang bij herstel van de openbare orde. De inperking van de rechten van [wederpartij] op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet mag niet langer duren dan noodzakelijk. Onder verwijzing naar de uitspraak van 9 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2839, onder 3.10, is de Afdeling daarom van oordeel dat een bevel op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet op grond van het evenredigheidsbeginsel een einddatum dient te bevatten. Weliswaar had de uitspraak van 9 december 2020 betrekking op een bevel als bedoeld in artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet, maar naar het oordeel van de Afdeling leidt toepassing van het evenredigheidsbeginsel op de wijze als in die uitspraak is gedaan, ertoe dat ook een bevel op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet een einddatum dient te bevatten. Zoals onder 5 overwogen, geeft dit laatste artikel de burgemeester immers slechts een lichte bevelsbevoegdheid bij acute en concrete verstoring van de openbare orde of de ernstige vrees daarvoor. Inherent daaraan is dat een bevel van beperkte duur dient te zijn, met dien verstande dat de burgemeester de duur van zo’n maatregel kan verlengen als na afloop van de termijn nog steeds wordt voldaan aan de vereisten van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet. Overigens is het ook mogelijk dat de burgemeester het bevel eerder intrekt omdat de verstoring van de openbare orde of de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan verdwenen is. De rechtbank heeft gelet op het voorgaande terecht geoordeeld dat de sluiting van het bedrijfspand voor onbepaalde tijd niet evenredig is.

6.       Gelet op de ernstige gebeurtenis in de openbare ruimte rondom het bedrijfspand van [wederpartij] was de burgemeester bevoegd om op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet het bedrijfspand te sluiten. Hij mocht het bedrijfspand echter niet voor onbepaalde tijd sluiten, maar hij had aan de sluiting, gelet op wat hiervoor is overwogen, een termijn moeten verbinden. De rechtbank heeft het besluit van 15 augustus 2018 daarom ten onrechte herroepen en de burgemeester ten onrechte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover de rechtbank het besluit van 15 augustus 2018 heeft herroepen en de burgemeester tot een schadevergoeding heeft veroordeeld. De aangevallen uitspraak kan voor het overige worden bevestigd. Dit betekent dat de burgemeester een nieuw besluit op bezwaar moet nemen en dat hij daarbij wat in deze uitspraak staat in acht moet nemen. Hierbij moet de burgemeester ook het verzoek van [wederpartij] om toekenning van een schadevergoeding betrekken.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@124816/201909227-1-a3/
Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *