ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2495 – overgang bevoegdheid handhaving hangende beroep niet relevant: ten tijde van BIP en BOB was Waterschap wegbeheerder.

Print deze pagina

Handhavingsverzoek

9.       De bestuursrechter toetst een besluit van een bestuursorgaan in beginsel ex tunc. Dit houdt in dat de bestuursrechter zijn oordeel baseert op de situatie ten tijde van het nemen van het besluit. Omstandigheden die zich voordoen na het besluit op bezwaar kunnen bij die beoordeling niet worden meegenomen.

Zowel het besluit van 30 juli 2018 alsook het besluit op bezwaar van 12 december 2018 is door het college van dijkgraaf en hoogheemraden genomen toen het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier nog beheerder was van de Groeneweg. Voor het oordeel over de rechtmatigheid van het besluit van 12 december 2018, is om die reden alleen relevant of het college van dijkgraaf en hoogheemraden zich onbevoegd kon verklaren om te kunnen handhaven. De Afdeling komt daarom niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het standpunt van [appellant] dat het college van burgemeester en wethouders bevoegd is om op grond van artikel 170 van de Wvw 1994 te handhaven, nu het college van burgemeester en wethouders pas na het besluit op bezwaar de procedure heeft overgenomen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden. [appellant] kan daartoe een handhavingsverzoek bij het college van burgemeester en wethouders indienen.

9.1.    Het college van dijkgraaf en hoogheemraden heeft op grond van artikel 5 van de Wvw 1994 geen bevoegdheid om handhavend op te treden. Ook artikel 3 van de verordening biedt het college van dijkgraaf en hoogheemraden in dit geval geen mogelijkheid om handhavend op te treden, nu het gedrag van de vrachtwagenchauffeurs niet valt onder de in dit artikel verboden gedraging. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden heeft zich daarom terecht onbevoegd geacht om handhavend op te treden. Door [appellant] zijn geen andere gronden aangevoerd waarom het college van dijkgraaf en hoogheemraden wel bevoegd zou zijn om te handhaven. De rechtbank heeft om die reden terecht geoordeeld dat het handhavingsverzoek terecht is afgewezen.

9.2.    Het betoogt slaagt niet.

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@137992/202200632-1-a2/

Print deze pagina

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *