ABRvS 29 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1259 – Keuze LoD vs LoB: “Het risico dat de kosten van een last onder bestuursdwang moeilijk kunnen worden verhaald op de overtreder mag meespelen bij de afweging om eerst met een last onder dwangsom te proberen de overtreding te beëindigen, mits niet op voorhand duidelijk is dat wegens gebrek aan financiële middelen niet aan de last onder dwangsom kan worden voldaan.”

Print deze pagina

Keuze voor last onder dwangsom

8.       [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college niet voor een tweede last onder dwangsom had mogen kiezen en dat het college [appellant] gelijk een last onder bestuursdwang had moeten opleggen, omdat het college wist dat hij een tweede dwangsom niet zou kunnen betalen. De kennis dat [appellant] financieel onvermogend is, heeft een rol gespeeld bij de keuze om een tweede last onder dwangsom op te leggen, omdat de kosten van de last onder bestuursdwang anders niet op hem zouden kunnen worden verhaald. Dit had niet gemogen, omdat het kostenverhaal niet mag meewegen bij de keuze om niet voor een last onder bestuursdwang te kiezen en in plaats daarvan wel voor een last onder dwangsom. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

8.1.    De Afdeling overweegt dat de enige beperking die de Awb stelt aan de keuze tussen een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang voortvloeit uit artikel 5:32, tweede lid, van de Awb. Dit artikel bepaalt dat het bestuursorgaan niet voor een dwangsom mag kiezen indien het belang van het betrokken voorschrift zich daartegen verzet. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als het bestuursorgaan niet het risico kan nemen dat de overtreder zich niets aantrekt van de indirecte financiële prikkel van de dwangsom en daardoor een onaanvaardbare of gevaarlijke situatie ontstaat. In een dergelijk geval moet het bestuursorgaan voor de last onder bestuursdwang kiezen waarmee het bestuur zelf kan ingrijpen. Het risico dat de kosten van een last onder bestuursdwang moeilijk kunnen worden verhaald op de overtreder mag meespelen bij de afweging om eerst met een last onder dwangsom te proberen de overtreding te beëindigen, mits niet op voorhand duidelijk is dat wegens gebrek aan financiële middelen niet aan de last onder dwangsom kan worden voldaan.

8.2.    De Afdeling overweegt dat de omstandigheid dat het college wist dat [appellant] een Wajonguitkering kreeg niet betekent dat op voorhand voor het college duidelijk was dat [appellant] wegens gebrek aan financiële middelen geheel niet aan de last onder dwangsom zou kunnen voldoen. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2045, onder 5.2.

Gelet hierop oordeelt de Afdeling dat het college eerst een last onder dwangsom mocht opleggen om daarmee te proberen [appellant] ertoe te bewegen de loods te verwijderen en ervoor kon kiezen om pas nadat gebleken was dit geen effect had, een last onder bestuursdwang op te leggen.

Het betoog slaagt niet.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RVS:2023:1259

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *