ABRvS 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3485 – kostenverhaal onterecht: appellant valt geen verwijt te maken. Niet voorzienbaar dat tijdelijk parkeerverbod zou gaan gelden.

Print deze pagina

“5.4.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, gaan als regel de uitoefening van bestuursdwang en het kostenverhaal samen. Voor het maken van een uitzondering hierop kan aanleiding bestaan als de aangeschrevene geen verwijt valt te maken over de ontstane situatie. Daar moet bijkomen dat bij het ongedaan maken van de strijdige situatie het algemeen belang in die mate is betrokken dat moet worden geoordeeld dat het onevenredig is om de kosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de aangeschrevene te laten. Ook andere, bijzondere omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat het bestuursorgaan uit een oogpunt van evenredigheid geheel of gedeeltelijk moet afzien van het kostenverhaal. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 22 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2896.

5.5.    Niet in geschil is dat [appellant] zijn auto heeft geparkeerd in een parkeervak aan het Pijnackerplein toen daar nog geen verkeersbord E4 met het tijdelijke parkeerverbod was geplaatst en nog geen parkeerverbod gold. Ter zitting heeft [appellant] toegelicht dat hij wist dat er jaarlijks een festival werd georganiseerd en dit op korte termijn weer zou plaatsvinden. Het festival zou echter aan de voorzijde van de op het plein aanwezige muziekkoepel plaatsvinden, waar een podium zou komen te staan en waar het publiek en de voorzieningen zouden komen. Aan die zijde van het plein heeft hij ook de verkeersborden met een parkeerverbod zien staan. Zijn auto stond echter aan de achterzijde van de muziekkoepel achter een hek geparkeerd. [appellant] heeft betoogd dat hij er niet vanuit hoefde te gaan dat ook daar een tijdelijk parkeerverbod zou gelden.

Gelet op de situatie op het plein, zoals ter zitting door het college getoond, acht de Afdeling de aanname van [appellant] dat zijn auto niet onder het parkeerverbod zou vallen omdat de auto geparkeerd stond achter een door een hek afgeschermd deel van het plein, voorstelbaar. [appellant] had dan ook niet hoeven voorzien dat voor het parkeervak waar zijn auto geparkeerd stond, een parkeerverbod zou gaan gelden.

Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat [appellant] niet kan worden verweten dat hij zijn auto niet tijdig heeft verwijderd (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 24 augustus 2022; ECLI:NL:RVS:2022:2467). Weliswaar heeft het college waarschuwingsbriefjes geplaatst op de auto, maar [appellant] heeft gesteld en ter zitting nader toegelicht dat hij net een nieuwe baan had waar hij op de fiets naartoe ging. Daardoor gebruikte hij zijn auto aanzienlijk minder en heeft hij het waarschuwingsbriefje niet gezien. De overweging van de rechtbank, waarin het standpunt van het college wordt overgenomen dat [appellant] regelmatig had moeten (laten) controleren of de geldende verkeersregels ter plaatse zijn gewijzigd of zouden wijzigen, gaat de Afdeling in dit geval te ver.

De Afdeling is concluderend van oordeel dat [appellant] geen verwijt te maken valt over de ontstane situatie. Daarnaast is bij het wegslepen van de auto het algemeen belang van het vrijhouden van weggedeelten ten behoeve van een evenement in die mate betrokken dat het onevenredig is om de kosten voor rekening van [appellant] te laten. Daarom had het college aanleiding moeten zien om af te zien van kostenverhaal.

Het betoog slaagt.”

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@133934/202201709-1-a2/

Print deze pagina

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *